De FOD Economie ontving in 2023 bijna 47.000 meldingen via het meldpunt. 42 % daarvan (20.014 meldingen) ging over bedrog. Slachtoffers gaven aan bijna 19 miljoen euro te hebben verloren aan oplichters. In 2022 ging het over 52 % van het totaal aantal meldingen (26.903 van de 51.903 meldingen), met een totale schade van zelfs 27,5 miljoen euro.
De FOD Economie sensibiliseert en informeert consumenten al jarenlang over verschillende soorten bedrog. Hoe herken je ze? Hoe loop je niet in de val? Wat kan je doen als dat toch gebeurd is? Die informatie vond je tot nog toe terug op verschillende plaatsen op de website van de FOD Economie. Om de consument beter te wapenen tegen bedrog, centraliseerde de FOD Economie alle informatie op één plek: www.stopbedrog.be.
10 seconden van je tijdDaarnaast lanceert de FOD Economie op 2 april de sensibiliseringscampagne “Stop Bedrog”. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van radiospots, die ook op Spotify te horen zijn, en enkele video’s die vooral op sociale media verspreid worden.
We blijven inzetten op sensibilisering. Beter voorkomen dan genezen. Daarom raden we consumenten aan om eerst 10 seconden na te denken vooraleer in te gaan op een mooi aanbod of te klikken op een twijfelachtige link. Consumenten moeten durven twijfelen en dat doe je in eerste instantie door enkele seconden stil te staan bij een aanbod of verzoek. Als iets te mooi is om waar te zijn, is het dat meestal ook. Op stopbedrog.be vind je heel wat informatie terug die je nodig hebt om oplichtingspraktijken te ontmaskeren.
— Lien Meurisse - Woordvoerster FOD Economie Stop Bedrog »]]>Ondanks de minder gunstige weersomstandigheden bleek 2023 opnieuw een succesvol wijnjaar te zijn. De stijging van 13 % ligt volledig in lijn met de stijging van het aantal wijnboeren en hectaren die afgeklopt werd op meer dan 11 %.
Productie steeg zowel in Vlaanderen als in WalloniëDe stijging gaat op voor alle wijnsoorten met uitzondering van rode wijn, waarvan de productie met 33 % daalde in 2023. De productie van roséschuimwijn (mousserende wijn) steeg daarentegen explosief met 54 %. Dat is grotendeels het gevolg van de mindere weersomstandigheden tijdens de zomer van 2023 waardoor de druiven minder goed rijpten. Daarnaast steeg de productie van witte schuimwijn met 19 %, die van witte wijn met 17 % en die van rosé met 9,5 %.
In 2022 produceerden Vlaanderen en Wallonië elk evenveel liter wijn maar die verhouding wijzigde lichtjes in 2023. Wallonië produceerde met 1.838.180 liter 53,5 % van de Belgische wijnen, Vlaanderen daalde met 1.596.424 liter tot 46,5 %.
Die algemene daling in Vlaanderen is vooral het gevolg van de dalingen in de provincies Antwerpen (-7,8 %), Limburg (-6,4 %) en Vlaams-Brabant (-6,44 %). De sterke stijgingen in de provincies Oost-Vlaanderen (35,8 %) en West-Vlaanderen (29,5 %) konden die dalingen niet voldoende compenseren. In Wallonië daarentegen waren de cijfers in elke provincie positief met enkele sterke stijgers in Luik (35,3 %) en Namen (31,2 %). Kleinere stijgingen werden waargenomen in de andere drie provincies: Luxemburg (15,7 %), Henegouwen (10,4 %) en Waals-Brabant (13,43 %).
Aantal wijnboeren en hectaren blijft stijgenHet aantal Belgische wijnbouwers stijgt jaar na jaar. In 2023 werden maar liefst 290 wijnbouwers geregistreerd, tegenover 259 in 2022 en 237 in 2021. Dat gaat zowel om professionele wijnboeren als amateurwijnboeren.
De grootste stijgingen zijn op te merken in Vlaanderen. Daar kwamen 23 nieuwe wijnboeren bij (in Wallonië waren dat er 8). Koplopers zijn de provincie Limburg met 7 nieuwe wijnboeren en de provincie West-Vlaanderen met 5 nieuwe wijnboeren. Terwijl Wallonië in 2022 ongeveer 40 % van de wijnboeren vertegenwoordigde, daalde dat percentage, door het grote aantal nieuwe wijnboeren in Vlaanderen, tot 38 % in 2023. Dat is nog steeds hoger dan 36 % in 2021, 32 % in 2020 en 25 % in 2019.
Dezelfde trend nemen we waar bij het aantal bebouwde hectaren. In 2023 werd 891 hectaren bebouwd met wijnstokken tegenover 801 hectaren in 2022.
De opkomst van oranje wijnOranje wijn is een soort wijn die steeds populairder wordt in de wijnwereld. Het wordt ook wel ”amberwijn“ genoemd vanwege de karakteristieke oranje kleur die het kan hebben.
Normaal gesproken worden rode wijnen gemaakt door de schillen van rode druiven gedurende een bepaalde periode met het sap te laten fermenteren voordat ze worden verwijderd. Voor witte wijn worden witte druiven enkel geperst en worden de schillen en de pitten meestal verwijderd voor het gisten.
Oranje wijn wordt gemaakt zoals rode wijn maar met de druiven die gekweekt worden voor witte wijn. De druiven fermenteren met hun schillen en pitten voor enkele weken of maanden. Dat proces zorgt ervoor dat de kleurstoffen en tannines in de schillen in contact komen met het sap, wat resulteert in een wijn met een oranje kleur en een complexer smaakprofiel.
Die oude Georgische wijntechniek is stilaan aan zijn opmars bezig in Europa en nu ook in België.
In 2023 gaven enkele wijnboeren al aan zich te hebben gewaagd aan die techniek. Afgelopen jaar werd in Vlaanderen 325 liter oranje wijn geproduceerd. Wallonië produceerde daarentegen 28 liter.
]]>
Piramideverkoop is een illegale frauduleuze praktijk die dramatische gevolgen kan hebben voor mensen die zich laten verleiden om er in te stappen.
Daarom lanceert de FOD Economie een sensibiliserings- en preventiecampagne voor jongeren: $hit! Opgelicht. Voor de online campagne werkt de FOD Economie samen met vier influencers, twee Nederlandstaligen en twee Franstaligen. Zij gingen de uitdaging aan om deel te nemen aan een piramideverkoop.
Hoe herken je een piramideverkoop?Piramideverkoop is een verboden praktijk waarbij mensen worden geronseld door hen winst te beloven in ruil voor een bijdrage. Die bijdrage gaat naar andere leden hoger in de piramide.
Om in de piramide op te klimmen en uiteindelijk geld te verdienen, moet je andere mensen aantrekken, die op hun beurt moeten investeren en werven.
Om deel te nemen aan een piramidesysteem, moet je altijd eerst zelf iets betalen (een bedrag dat je makkelijk en snel kan terugverdienen). Dat is dan bijvoorbeeld:
Dat bedrag moet je meestal op regelmatige basis (maandelijks, jaarlijks) herhalen om te mogen blijven deelnemen en vloeit steeds door naar diegenen die boven jou in de piramide staan. Dat gebeurt op basis van een ingewikkeld bonussysteem.
Daarnaast ligt de nadruk op het steeds opnieuw rekruteren van nieuwe deelnemers, die op hun beurt ook op regelmatige basis een bedrag moeten betalen. Zodra je een aantal nieuwe rekruten aantrekt, ontvang je, maar ook diegene die jou binnenbracht, een deeltje van hun inbreng.
De personen die je rekruteerde, worden op hun beurt aangemoedigd om weer nieuwe mensen te overtuigen, zodat ook zij iets kunnen verdienen aan het systeem. Maar hoe verder in de piramide je komt, hoe moeilijker het wordt om nieuwe leden te overtuigen. De vijver is immers al leeggevist. Laattijdig instappen betekent dus automatisch dat je verlies moet incasseren.
Zware gevolgenPiramideverkoop is een verboden en strafbare praktijk. Zowel het opzetten, deelnemen als het promoten van een piramidesysteem is strafbaar. Je riskeert een strafrechtelijke boete tot 100.000 euro en/of een gevangenisstaf tot vijf jaar.
Ook de financiële gevolgen zijn aanzienlijk: je doet grote investeringen maar die leveren beperkte of geen winsten op.
Daarnaast zijn ook de sociale en psychologische gevolgen niet min. Vaak motiveren de organisatoren je om vrienden en familie te overtuigen om mee in te stappen in de piramideverkoop. Zij staan het dichtste bij jou en zijn het makkelijkst te bereiken en te overtuigen, aldus de organisatoren.
Wanneer duidelijk wordt dat het allemaal niet zo rooskleurig is, kan dat voor spanningen zorgen en afstand scheppen. De andere leden van het piramidesysteem moedigen je aan om afstand te nemen van vrienden en familie die negatief zijn over het systeem. Daardoor kan je vrienden of familieleden kwijtraken.
Daarnaast wordt er ook heel wat druk uitgeoefend om meer inspanningen en investeringen te doen om de beloofde resultaten te bereiken. Lukt dat niet, dan wordt de schuld volledig bij jou gelegd.
Wat kan je doen om er uit te stappen?Dat kan het best door gewoon te stoppen met betalen en je lidmaatschap stop te zetten.
Kocht je al producten aan, dan kan je ze vaak nog terugsturen als je ze niet opende, dus probeer dat zeker. Dien ook een klacht in bij de plaatselijke politie en meld de illegale praktijk via ConsumerConnect.
Ontdek de campagne via https://shitopgelicht.be/
$hit ! Opgelicht »Piramideverkoop »]]>Enkele obstakels komen vaak voor:
Daarom nam de federale overheid enkele initiatieven om de toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten te verbeteren.
Wat is nieuw?Op het nieuwe e-Procurementplatform van de FOD BOSA vinden ondernemers makkelijker overheidsopdrachten op maat van hun kmo. Je kan je er gratis registreren en handige zoekprofielen opmaken, waardoor je dagelijks via mail updates ontvangt over overheidsopdrachten die interessant zijn voor jou als kmo.
Toegankelijker voor kmo’sVan digitalisering over bedrijfsvriendelijke betalingsmodaliteiten, tot meer transparantie: de wetgeving rond overheidsopdrachten werd in 2022-2023 aangepast om beter te voldoen aan de noden van kmo’s. Daarnaast heeft de FOD Economie het federale charter “toegang van kmo’s” grondig herzien. Dat charter omvat in totaal 14 principes die kmo-vriendelijke overheidsopdrachten moeten bevorderen.
Tijdens deze legislatuur hebben we belangrijke stappen gezet om de toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten te verbeteren. Maatregelen zijn genomen om betalingsvoorwaarden te verbeteren, zoals verplichte voorschotten en kortere betalingstermijnen. Daarnaast hebben we ons gericht op training en goede praktijken voor aanbestedende diensten door het charter voor toegang tot overheidsopdrachten voor kmo’s te actualiseren. De aanbestedingsprocedure is nu volledig gedigitaliseerd op alle overheidsniveaus, wat een uitdaging is voor de kleine ondernemingen. In die context is het doel van het nieuwe e-Procurementplatform om die ondernemingen te begeleiden om de uitdagingen van digitalisering aan te gaan. Dit opent een wereld vol mogelijkheden voor onze kmo’s, en we moedigen hen aan om die kansen te grijpen! Bezoek de website van de FOD Economie voor meer informatie!
— Minister van Middenstand, Zelfstandigen en kmo's Overheidsopdrachten toegankelijker voor kmo's »]]>Op de website van ConsumerConnect vind je vier grote pijlers:
In het kader van digitale inclusie stelt de FOD Economie aan het onthaal van zijn gebouw in Brussel kiosken ter beschikking. Via die kiosken kan je een vraag stellen, iets melden aan de Economische Inspectie of begeleid worden naar de juiste ombudsdienst. Dat alles kan je ook doen onder begeleiding van een medewerker van de FOD Economie.
Op ConsumerConnect heb je ook de mogelijkheid om een duidelijk overzicht te krijgen van de meldingen die je hebt gedaan. Daarnaast kan je ook de status opzoeken van eventuele vragen die je stelde. Dat kan door een account aan te maken op ConsumerConnect.
Uiteraard blijft het steeds mogelijk om vragen te stellen of iets te melden zonder in te loggen.
Benieuwd? Ontdek ConsumerConnect nu.
ConsumerConnect »]]>
De FOD Economie ontving in 2023 273 meldingen over dringende hersteldiensten door loodgieters, slotenmakers, elektriciens … Dat is een daling van 17 % tegenover 2022 (329 meldingen) en een vierde minder dan in 2021 (370 meldingen). Twee derde van de meldingen gaan over loodgieters.
Vaak aangehaalde problemen zijn woekerprijzen (34 %), weinig of geen informatie over de kostprijs of de omvang van de werken (16 %) en slechte uitvoering van de werken (15 %). Sommige consumenten gaven zelfs aan dat ze een blanco bestelbon moesten ondertekenen of onder druk werden gezet om te betalen.
Vooral een gebrek aan precontractuele informatieVorig jaar voerde de Economische Inspectie van de FOD Economie 30 controles uit. Daarbij werden 17 waarschuwingen gegeven en 8 processen-verbaal opgemaakt.
De helft van de inbreuken (53 %) ging over de informatie die de klant moet krijgen vóór het uitvoeren van de werken (dat is de precontractuele informatieverplichting). Het gaat dan bijvoorbeeld over het ontbreken van de informatie over het herroepingsrecht en de wettelijke garantie. Maar ook over de totale kostprijs, de wijze van betaling, levering en uitvoering van de interventie. Daarnaast was er bij een kwart sprake van oneerlijke handelspraktijken (26,4 %) en bij 10 % waren de gegevens in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) niet in orde.
Problemen met dringende hersteldiensten blijven een gekend fenomeen. Veel meldingen gaan over een beperkt aantal ondernemingen. De FOD Economie bundelt zoveel mogelijk dossiers om zo efficiënt mogelijke onderzoeken uit te voeren. Voorkomen is dus beter dan genezen. Ken je rechten als consument en wees steeds waakzaam
— Lien Meurisse - Woordvoerster FOD Economie Goede raad is goud waardBen je op zoek naar een dringende hersteldienst, hou dan rekening met deze drie gouden tips:
Maar ook als de gecontacteerde onderneming voor je deur staat, check je best nog een aantal dingen voor ze aan de werken beginnen:
Ook na de herstelwerken kan je nog met een aantal zaken rekening houden. Bewaar alle belangrijke gegevens zoals communicatie, offertes, facturen en bonnen. Dat kan van pas komen als er achteraf conflicten ontstaan over de kosten of de kwaliteit van het werk. Onderteken zeker geen blanco werkbonnen, werkfiches of facturen of documenten die je niet begrijpt. Betaal ook alleen als je tevreden bent. Je kan een factuur die veel hoger uitvalt dan afgesproken steeds betwisten. Word je onder druk gezet om toch te betalen, neem dan contact op met de politie.
— Lien Meurisse – woordvoerster FOD EconomieToch misleid of opgelicht bij een dringende herstelling?
Meld het via meldpunt.belgie.be. De Economische Inspectie van de FOD Economie analyseert de melding en kan beslissen om een onderzoek in te stellen en zo een einde te maken aan die frauduleuze praktijken.
]]>De cijfers voor vrouwelijk ondernemerschap evolueren evenwel in de goede richting. Al enkele jaren groeit het aantal vrouwelijke zelfstandigen verhoudingsgewijs sneller dan het aantal mannen. De genderkloof in het Belgische ondernemerschap wordt geleidelijk gedicht. Terwijl vrouwen in 2007 slechts 33,4 % van de zelfstandigen in België uitmaakten, is dat cijfer nu gestegen tot 35,5 %. Tegenover 2021 waren er in 2022 10.947 meer zelfstandige en meewerkende vrouwen. In 2022 steeg het aantal vrouwelijke zelfstandigen met 2,5 % terwijl het aantal mannelijke zelfstandigen steeg met 2 %.
Die inhaalbeweging zou zich moeten voortzetten, omdat vrouwelijke zelfstandigen (inclusief helpers) een iets jonger profiel hebben dan mannelijke zelfstandigen. 12,4 % van hen is jonger dan 30 en 23,6 % is tussen de 30 en 40 jaar (tegenover respectievelijk 11 % en 21,5 % bij mannen). Bijna 85 % van de zelfstandig werkzame vrouwen is jonger dan 60. Bij mannen is dat 80 %.
De trend is minder gunstig als het gaat om startende ondernemers. 37,5 % van de zelfstandige activiteiten werd in 2022 door vrouwen gestart, wat neerkomt op een totaal van 46.504 vrouwelijke starters, een daling ten opzichte van 2021. De daling van het aantal starters is proportioneel groter bij vrouwen (-5,3 %) dan bij mannen (-1,7 %). De opwaartse trend sinds 2013, die in 2021 na de afname in 2020 hervatte, lijkt zich dus nog niet volledig te hebben gestabiliseerd. Die trend in 2022 kan gedeeltelijk worden verklaard door de verslechtering van het economische klimaat als gevolg van aanbodschokken tegen de achtergrond van geopolitieke onrust.
De ondernemerschapsgraad van Belgische vrouwen tussen 18 en 64 jaar steeg, na een inkrimping in 2021, opnieuw in 2022. Iets meer dan één op de tien vrouwen tussen 18 en 64 jaar in België was zelfstandige in 2022 (10,6 %). Dat betekent een stijging met 1,7 procentpunt ten opzichte van 2021.
In de vrije beroepen (42,7 % van alle vrouwelijke zelfstandigen) en de handel (27,4 % van alle vrouwelijke zelfstandigen) zijn het grootste aantal vrouwelijke ondernemers te vinden. Maar het aantal mannelijke zelfstandigen in die sectoren (vrije beroepen 46,2 % (V) tegenover 53,8 % (M), handel 36,1 % (V) tegenover 63,9 % (M)) blijft echter veel hoger. De dienstensector is de enige sector waar er meer vrouwelijke zelfstandigen (57,9 %) dan mannen (42,1 %) zijn. Met een vrouwelijke vertegenwoordiging van slechts 16,4 % is de verhouding tussen mannen en vrouwen in de industriesector het meest onevenwichtig.
In 2022 waren 178.754 zelfstandige bestuurders vrouwen, wat neerkomt op ongeveer 40 % van alle zelfstandigen, tegenover 55,6 % voor de mannelijke bestuurders. Meer dan een kwart (28,4 %) van alle bestuurders waren vrouwen.
België loopt vooropHet percentage vrouwelijke ondernemers in België is veel lager dan dat van mannen. Maar het cijfer ligt nog steeds hoger dan dat van onze buurlanden Frankrijk, Luxemburg en Duitsland, en ligt zelfs boven het gemiddelde van de 27 lidstaten van de Europese Unie. België staat op de 6e plaats in Europa. Belgische zelfstandig werkzame vrouwen hebben echter minder vaak dan hun mannelijke collega's werknemers in loondienst. Op Europees niveau tekent zich een soortgelijke trend af.
Vrouwelijk ondernemerschap »]]>
Vandaag al behandelen oncologen kankerpatiënten met lutetium-177. Daarnaast zijn nog meer dan 500 klinische studies lopende om het therapeutische effect van nieuwe radiofarmaca of het potentieel ervan voor andere kankersoorten te bewijzen. Ervaring leert dat de radiofarmaca de kans op therapierespons aanzienlijk verhogen, ook bij uitgezaaide kankers en efficiënter zijn. Europa moet vandaag actie nemen om die therapeutische radiofarmaca breed toegankelijk te maken – en dat voor alle Europese patiënten.
België is vastbesloten om daarbij een leidende rol te spelen tijdens zijn voorzitterschap van de Raad van Europese Unie. Het land voegt meteen de daad bij het woord en riep vandaag meer dan 180 oncologen, farmaceutische spelers en wetenschappers samen voor een voorbereidend congres in Brussel om hun inzichten te delen. Hamvraag van de dag is: welke noden kan Europa helpen invullen om therapeutische radiofarmaca beschikbaar, betaalbaar, betrouwbaar, (snel) toegankelijk en kostenefficiënt te maken? En welke obstakels verhinderen de weg naar dat einddoel?
Deze tak in nucleaire geneeskunde heeft nood aan een rijke voedingsbodem om tot bloei te komen. Europa heeft alles in huis om dat te bieden.
Ook na Europese goedkeuring vraagt de implementatie van radiofarmaceutische behandelingen in bepaalde landen meer tijd dan in andere. Neem bijvoorbeeld Italië. In 2022 werd een behandeling met lutetium-177 PSMA door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) goedgekeurd. Toch wordt ze in ziekenhuizen nog niet routinematig ingezet, omdat het nationale gezondheidssysteem dergelijke behandelingen niet terugbetaald. De kloof tussen landen op het gebied van onderzoek is dus nog diep, maar een robuust regelgevend kader kan helpen die kloof te overbruggen. Door onderzoek te stimuleren en training in die specifieke medische takken te verbeteren, streven we naar een versnelde ontwikkeling van dit type kankerbehandelingen. De sector hoopt dat die ontwikkelingen er uiteindelijk voor zullen zorgen dat die behandelingen vroeger in het behandelingsplan komen. Zo kunnen we de strijd tegen kanker effectiever voeren.
— Valentina Ambrosini, Professor Nucleaire geneeskunde aan Universiteit van Bologna Lijst van kritieke geneesmiddelenEen belangrijk punt is de erkenning van therapeutische radio-isotopen als kritisch geneesmiddel. In december 2023 publiceerde de Europese Commissie de eerste Unielijst van kritieke geneesmiddelen. Die lijst kadert in Europa’s inspanningen om te waarborgen dat patiënten toegang hebben tot de geneesmiddelen die ze nodig hebben, door de voorzieningszekerheid te bevorderen en tekorten te voorkomen.
De strijd tegen kanker win je niet alleen. Een erkenning als kritiek geneesmiddel is een erkenning van een gedeelde, maatschappelijke uitdaging. Het opent de deur naar een nauwere samenwerking en coördinatie in de ontwikkeling, productie en distributie van die cruciale behandelingen, en legt de basis voor een overkoepelend wetgevend kader.
— Koen Hasaers, directeur Nuclear Medical Applications bij het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN Europese autonomieDaaraan gelinkt is ook de Europese autonomie. Het streven naar autonomie versterkt niet alleen de weerbaarheid van Europa, maar draagt ook bij aan de visie van een Gezonde Unie, waarin Europese landen samenwerken om de gezondheidszorg te verbeteren en te waarborgen voor alle Europese burgers.
Europa streeft actief naar autonomie in de productie en levering van diagnostische radio-isotopen en zet tegelijk sterk in op de ontwikkeling van nieuwe therapeutische innovatieve radio-isotopen. Die isotopen zijn essentieel voor de medische zorg van alle Europese patiënten, voor diagnose van hart- en neurologische aandoeningen en kanker Bovendien zijn er de nieuwe therapieën voor de behandeling van kanker. Voor alle grondstoffen geldt het belang van autonomie, maar in nucleaire geneeskunde draait het om mensenlevens, waardoor de urgentie eens zo groot is.
— Federale Minister van Energie Betere levenskwaliteit en gepersonaliseerde geneeskundeWaarom zijn deze behandelingen efficiënter? Bij Targeted Radionuclide Therapy (TRT) navigeert een speciaal ontworpen molecule rechtstreeks naar een tumor en meteen eventuele uitzaaiingen. In zijn tocht sleept hij een radioactieve stof met zich mee. De molecule is in feite als een auto, uitgerust met GPS en aanhangwagen. Hij rijdt precies naar een tumor en zijn eventuele uitzaaiingen, en vervoert in zijn aanhangwagen een radio-isotoop. Eenmaal op zijn bestemming aangekomen, parkeert de molecule en start de radioactieve stof haar missie. En die missie is: de kankercellen héél precies en lokaal bestralen. Ze raken beschadigd, waardoor ze afsterven en de tumor zelf uiteindelijk krimpt. Het is millimeterwerk, het is precisiegeneeskunde. Voor patiënten vertaalt zich dat naar minder bijwerkingen en een betere levenskwaliteit. Met TRT betreedt kankerbestrijding een nieuw tijdperk waarin ze niet alleen doeltreffender is, maar ook persoonlijker en menselijker.
]]>
In 2023 ontving de FOD Economie 46.915 meldingen via dit platform. Net als vorig jaar werden frauduleuze praktijken (valse facturen, valse online verkoopsites, valse bedrijvengidsen voor zelfstandigen, frauduleuze beleggingen in cryptomunten, ...) het meeste gemeld. De FOD Economie ontving hierover 19.999 meldingen wat neerkomt op 42,6 % van het totaal aantal ontvangen meldingen. Op de tweede plaats staan de wervingspraktijken (gedwongen aankopen, klantenwerving via telefoon, verkoop via telefoon of deur-aan-deur, ...). Voor deze categorie ontving de FOD Economie 13.327 meldingen, goed voor 28,4 % van het totaal aantal ontvangen meldingen.
De vijf sterkste stijgersHet aantal meldingen steeg het sterkst in de volgende categorieën:
In 2023 ontving de Economische Inspectie 9,5 % minder meldingen dan in 2022. Dat komt door een aanzienlijke daling (26 %) van het aantal meldingen over fraude en oplichting (26.900 meldingen in 2022 en 19.999 meldingen in 2023). Consumenten die slachtoffer zijn van phishing-pogingen en verdachte berichten tegenkomen, worden nu aangespoord om die door te sturen naar het e-mailadres verdacht@safeonweb.be (safeonweb.be) in plaats van dit te melden op het meldpunt. Zo kan de Economische Inspectie zich vooral toeleggen op het onderzoeken van meldingen waarbij slachtoffers ook effectief schade ondervonden.
Daarnaast is er ook een opmerkelijke daling bij praktijken die verband houden met de prijs die bedrijven, en dan vooral energieleveranciers, aanrekenen. In 2022 waren er nog 688 meldingen. In 2023 daalde dit met 33 % naar 463 meldingen. Dit wijst op een normalisering na de energiecrisis van het jaar voordien.
]]>Nochtans moet reclame altijd duidelijk als reclame herkenbaar zijn. Dat is een wettelijke verplichting die geldt voor traditionele media zoals televisie, radio en tijdschriften maar ook voor sociale media.
Influencers kunnen reclame het beste aangeven door hun post te labelen met een expliciet woord zoals ”reclame“. Dat label moet meteen zichtbaar en ondubbelzinnig zijn en in dezelfde taal geschreven zijn als de post.
De sweep leidde tot de volgende resultaten op Europees en Belgisch vlak:
De Economische Inspectie van de FOD Economie voert regelmatig controles uit op influencers. Sinds 2021 controleerden zij 96 influencers. Bij elke influencer werd minstens één overtreding vastgesteld. 30 dossiers lopen nog. De meest vastgestelde overtredingen zijn het gebrek aan contactgegevens van de onderneming (adres en/of ondernemingsnummer) en het niet duidelijk herkenbaar maken van reclame.
De FOD Economie stelde best practices op om influencers uit te leggen hoe ze hun volgers duidelijker kunnen informeren en welke informatie ze moeten vermelden. Ook consumenten vinden er tips om reclameboodschappen te herkennen. Meer informatie vind je ook op de Influencer Legal Hub van de Europese Commissie.
]]>De totale inflatie begon vanaf het eerste kwartaal van 2023 te vertragen en daalde daarna voortdurend, van 5,9 % in het eerste kwartaal tot -0,6 % in het vierde kwartaal.
De totale inflatie was in België veel minder hoog dan in de buurlanden, hoewel ze ook in Duitsland en Nederland daalde. In Frankrijk daarentegen bleef de inflatie relatief stabiel. Dat verschil in totale inflatie is voornamelijk te verklaren door het verschillende verloop van de energieprijzen in die landen.
In België zijn de energieprijzen sinds begin 2023 gedaald en die prijsdaling is in de daaropvolgende kwartalen nog versterkt. Over heel 2023 bedroeg de prijsdaling voor energie op jaarbasis gemiddeld 28,4 %.
In België stegen de energieprijzen sterk in 2022, met een recordinflatie van 57,9 % over het hele jaar. Die versnelling van de energie-inflatie was het gevolg van een verminderde aanvoer van aardgas door het Russisch-Oekraïense conflict en de daaruit voortvloeiende sancties tegen Rusland. Bovendien kochten alle EU-lidstaten tegelijkertijd aardgas om hun voorraden aan te vullen, waardoor de vraag vlak voor het begin van de winter sterk toenam.
In 2023 had een combinatie van factoren een neerwaarts effect op de gas- en elektriciteitsprijzen. De groothandelsprijzen op de energiemarkten daalden als gevolg van, onder andere, een lagere vraag door milde weersomstandigheden, inspanningen om energie te besparen en de vertraging van de Chinese economie.
Desondanks zijn de gas- en elektriciteitsprijzen nog steeds hoger dan voor de spanningen tussen Oekraïne en Rusland.
Ook in de buurlanden daalde de energie-inflatie in 2023, met name in Nederland, waar de jaar-op-jaar daling van de energieprijzen -23,7 % bedroeg, iets minder dan in België (-28,4 %). In Duitsland en Frankrijk is de energie-inflatie vertraagd ten opzichte van 2022, maar blijft positief met respectievelijk 5,1 % en 5,7 %.
De snellere stijging en daling van de energieprijzen in België, vergeleken met Frankrijk en Duitsland, is voornamelijk te wijten aan de verschillende organisatie van de markt. In België is de energiemarkt meer geliberaliseerd, met een groter aandeel contracten met variabele prijzen voor elektriciteit en gas, waardoor de groothandelsprijzen voor energie een grotere impact hebben op de consumentenprijzen in ons land, zowel naar boven als naar beneden. In Duitsland is de energiemarkt minder geliberaliseerd en profiteren consumenten van vaste prijzen gedurende een jaar, onderhandeld door hun gemeente. In Frankrijk verklaren gereguleerde prijzen en een tariefschild de trend in gas- en elektriciteitsprijzen.
Inflatie voor levensmiddelen, diensten en industriële producten iets hoger in België dan in de buurlandenIn de andere productgroepen is de inflatie sterk toegenomen, tot historisch hoge niveaus in 2023. Voor levensmiddelen steeg de inflatie tot gemiddeld 12,7 % in 2023. Nooit eerder was de voedselinflatie zo hoog.
De inflatie voor levensmiddelen bereikte een piek van 16,9 % in het eerste kwartaal. Vanaf het tweede kwartaal is de inflatie voor levensmiddelen voortdurend afgenomen, tot 8,3 % in het vierde kwartaal. Voor bewerkte levensmiddelen namen de consumptieprijzen sterk toe vanaf eind 2021, als gevolg van een sterke stijging van de prijzen voor landbouwgrondstoffen. Door de daling van de grondstofprijzen in 2022 stabiliseerden de consumentenprijzen zich vanaf maart-april 2023, net als de producentenprijzen in de voedingsindustrie.
Bij onze voornaamste buurlanden bereikte de voedselinflatie in 2023 ook een historisch hoog niveau, maar lag ze iets lager dan in België.
De diensteninflatie is sterk toegenomen in België en de buurlanden in 2023. In België bedroeg de inflatie 6,3 %. Die hogere inflatie in België is voornamelijk te wijten aan sectoren zoals restaurants, huisvesting en ziekenhuisdiensten.
De hoge inflatie voor industriële goederen in 2023 is te wijten aan de sterke stijging van de invoer- en grondstofprijzen, die met vertraging werd doorgerekend in de consumptieprijzen. Aan de andere kant zijn de aanbodbeperkingen weggevallen en heeft de vertraging van de wereldeconomie, met name in China, het niveau van de prijsstijgingen van industriële goederen in 2023 verminderd. Ook in de buurlanden is de inflatie voor industriële goederen in 2023 verder gestegen.
Prijzen - Analyse van de prijzen: 2023 INR Jaarverslag »]]>In de eerste periode zetten de scherpe prijsstijgingen die begin 2022 waren begonnen zich voort. In iets meer dan anderhalf jaar, van januari 2022 tot juli 2023, stegen de consumptieprijzen met 25 %. Die dynamiek is het gevolg van de prijspieken voor landbouwgrondstoffen in 2021 en een deel van 2022. Daarbij komt nog de gelijktijdige stijging van de energieprijzen en de impact van die stijging op de productiekosten voor de voedingsindustrie. De verkoopprijzen van de voedingsindustrie zijn in dezelfde mate gestegen als de consumptieprijzen.
De tweede helft van 2023 laat een stabilisatie zien van de voedingsprijzen op het niveau van de detailhandel en op het niveau van de voedingsindustrie. De daling van de prijzen van landbouwgrondstoffen sinds meer dan een jaar (-50 % tussen mei 2022 en oktober 2023), veroorzaakt dus nog geen tastbare prijsdaling stroomafwaarts in de voedingskolom, maar zorgt slechts voor een prijsstabilisatie. Bepaalde productiekosten, zoals de lonen, dalen niet, wat die stabilisatie gedeeltelijk kan verklaren.
Na een moeilijk 2022 beginnen de marges in 2023 te verbeterenIn de landbouwsector verbeterde de rendabiliteit in 2022 ten opzichte van 2020 en 2021 (twee slechte jaren). Gezien de recente daling van de productiekosten en de aanhoudend hoge prijzen voor bepaalde landbouwproducten, zou 2023 beter moeten zijn. Dat globaal beeld verbergt niettemin belangrijke jaarlijkse variaties en verschillen tussen de landbouwspecialisaties onderling, en dus ook tussen de regio’s. Bepaalde deelsectoren, zoals de varkensproductie of de fruitteelt, zagen hun marges in 2022 nog verder verslechteren.
De nettomarge van de voeding- en drankenindustrie is in 2022 gedaald ten opzichte van 2021 (daling van +- 20 %), en vertegenwoordigt de laagste marge van de periode 2017-2022. Daarnaast is ook het aandeel van bedrijven dat in 2022 een operationeel verlies boekte aanzienlijk gestegen (23,7 % in 2022 tegenover 15,8 % in 2021). De stijging van grondstoffen- en energieprijzen is inderdaad het belangrijkste element dat de rendabiliteit in de voedingsindustrie beïnvloedt.
Voor 2023 zijn nog geen officiële jaarrekeninggegevens beschikbaar om de winstgevendheid in 2023 te evalueren. Het Prijzenobservatorium heeft daarom de evolutie van de productiekosten en van de inkomsten gemodelleerd. Op basis daarvan werd de evolutie van de marges in 2023 ingeschat voor negen specifieke agro-voedingskolommen.
In de voedingsindustrie verbetert de marge in bijna alle onderzochte sectoren in 2023, vergeleken met 2022, soms aanzienlijk, vooral in sectoren die hun marge in 2022 sterk zagen krimpen.
In de detailhandel kromp de nettomarge van 1,93 % in 2021 naar 1,16 % in 2022 (het laagste percentage van de geanalyseerde periode). Het aandeel van bedrijven dat in 2022 een operationeel verlies boekte ten opzichte van 2021 is ook aanzienlijk gestegen in de detailhandel (28,5 % tegenover 18,9 %). Uit de analyse blijkt dat de ondernemingen in de detailhandel de stijging van de inkoopprijzen konden doorrekenen in hun verkoopprijzen, maar niet de volledige stijging van de andere productiekosten, zoals de lonen en de diensten en diverse goederen.
De modellering die in de analyse gebruikt werd, heeft slechts betrekking op een deel van de producten die de detailhandel verkoopt. Voor die schakel is het dus moeilijker om conclusies te trekken over de evolutie van de marges in 2023. Voor de verschillende geanalyseerde producten lijkt echter een status quo van de marges te domineren.
ConclusieNadat begin 2023 de tendens van de tweede helft van 2022 met toenemende consumptieprijzen zich had voortgezet, stabiliseerden vanaf april 2023 de prijzen in de voedingsindustrie en de prijzen in de winkel. Een convergentie van de indexen van de verschillende schakels is zichtbaar: de grondstoffenindex, de index van de industriële prijzen en die van de consumptieprijzen liggen in september 2023 32 % hoger dan in 2019. De stijging van de grondstoffenprijzen heeft een sterke druk uitgeoefend op de rendabiliteit in de voedingsindustrie en de detailhandel. De tweede helft van 2022 maakte een “herstel” mogelijk, maar kon een inkrimping van de globale marge over 2022 niet voorkomen. De evolutie van de prijsindexen gedurende de eerste tien maanden van 2023, doet vermoeden dat de marges in de voedingsindustrie in dat jaar hoger liggen.
De bevindingen van dit onderzoek moeten uiteraard nog bevestigd worden door boekhoudkundige informatie. Gegevens over de jaarrekeningen van 2023 zijn pas in het najaar van 2024 beschikbaar. Daarom blijft het Prijzenobservatorium van de FOD Economie de prijzen en marges in de voedingssector monitoren en analyseren.
Prijsverloop en marges in de voedingskolom: een analyse van het prijstransmissiemechanisme voor België en de buurlanden »]]>
Maar nu moeten we dus ook quishing toevoegen aan die lijst. Daarbij worden QR-codes via e-mails, sms’en of WhatsApp-berichten verspreid waarachter URL-codes verborgen zitten. Die lijken van officiële instanties te komen en manen de slachtoffers aan om een (fictieve) boete of rekening te betalen.
Wanneer slachtoffers de QR-code scannen, belanden ze op phishingwebsites of moeten ze een betaling uitvoeren. Ook worden QR-codes gebruikt om schadelijke software te installeren bij slachtoffers. Die software bevat vaak malware, gericht op het stelen van persoonlijke gegevens zoals inloggegevens voor internetbankieren.
Ik ontving een brief in naam van het Energiehuis van mijn gemeente voor het ontvangen van een energiepremie van 250 euro. Om die premie te ontvangen moest ik mijn rekening bevestigen via het scannen van de QR-code in de brief. Na het scannen van de QR-code verscheen een melding om de achterliggende site van de QR-code te openen. Ik tikte op de melding en kwam via een link op een website terecht. Ik gaf mijn gegevens en bevestigde mijn rekeningnummer. De volgende ochtend belde mijn bank me op om te melden dat er een verdachte transactie had plaatsgevonden. De bank blokkeerde mijn kaart onmiddellijk.
— Sabine, slachtoffer … en artificiële intelligentie in combinatie met social engineeringDe oplichters gaan mee met de huidige trends en gebruiken ook artificiële intelligentie. Dat gebruiken ze bijvoorbeeld voor het opstellen van de misleidende berichten. Zo kunnen ze die nog beter en professioneler opstellen waardoor ze moeilijker te herkennen zijn. Die technologie combineren ze met zogenaamde “social engineering”-methoden.
Social engineering is een techniek waarbij eerst persoonlijke gegevens, vaak via phishing maar ook door hacking, worden verzameld. Oplichters gebruiken die gegevens daarna om je nog effectiever en persoonlijker aan te spreken om je te misleiden. Je krijgt dan bijvoorbeeld valse facturen, achterstallige betalingen of aanslagbiljetten voorgeschoteld die zeer realistisch lijken maar het niet zijn.
Die gegevens blijven in databanken behouden waardoor je zelfs jaren nadat je persoonlijke gegevens doorgaf, nog benaderd kan worden.
Daling van het aantal meldingenIn 2023 werd een daling genoteerd van het aantal meldingen van phishing waarbij een slachtoffer aangaf geld te hebben verloren. In 2023 ontving het meldpunt 597 meldingen tegenover 1.059 in 2022. Ook de gemiddelde schade die het slachtoffer meldde (niet noodzakelijk de effectieve geleden financiële schade) daalde van 4.678 euro naar 4.080 euro.
De daling kan verklaard worden door verschillende factoren. Allereerst zijn burgers waakzamer geworden dankzij sensibiliseringscampagnes van de FOD Economie en andere overheidsinstanties. Maar ook de gerichte aanpak van de Economische Inspectie van de FOD Economie in de bestrijding van phishing werpt zijn vruchten af. Ze probeert via gerichte acties de houders van de bankrekeningen waarnaar de gelden werden overgemaakt te identificeren bij de respectievelijke banken, die ook op de hoogte worden gebracht.
Het is bemoedigend om te zien dat het aantal meldingen van phishingaanvallen in 2023 met bijna de helft is gedaald en dat de effectief geleden financiële schade afneemt. Dit kan worden verklaard door de actieve bestrijding van phishing door de Economische Inspectie door middel van verschillende sensibiliseringscampagnes. Het probleem is echter niet verdwenen en blijft een prioriteit. Een nauwgezette opvolging door de FOD Economie geeft ons inzicht in de modus operandi en het aanpassingsvermogen van de fraudeurs achter phishing. Voor burgers blijft waakzaamheid geboden, als overheid moeten we blijven sensibiliseren voor de (nieuwe) vormen van phishing.
— Pierre-Yves Dermagne, Minister van EconomieDe jarenlange inzet op sensibilisering begint inderdaad vruchten af te werpen. Ik wil de FOD Economie daar bijzonder voor bedanken. Elk geval van phishing blijft er echter één teveel en fraudeurs zijn nog steeds bijzonder inventief. We moeten dus zeer alert blijven en mensen blijven waarschuwen. Tijdens het Europees Voorzitterschap zal ik mij daarom bijzonder inspannen rond dat thema. Wie geconfronteerd wordt met oplichters, moet dat bovendien gemakkelijk kunnen signaleren. Daarvoor lanceer ik binnenkort het uniek consumentenplatform ConsumerConnect.
— Alexia Bertrand, Staatssecretaris voor Consumentbescherming6 februari is de 21ste Safer Internet Day! Het is een belangrijke dag die ons eraan herinnert dat we online waakzaam moeten zijn, en vooral hoe voorzichtig we moeten zijn met de verschillende advertenties die we tegenkomen. De laatste cijfers van de FOD Economie over het aantal meldingen van phishing scams zijn heel bemoedigend, en daar ben ik blij om. Het aantal meldingen met financieel verlies is met bijna de helft gedaald in vergelijking met vorig jaar. We kunnen de verschillende sensibiliseringscampagnes van de FOD Economie en anderen alleen maar toejuichen. Toch moeten we altijd waakzaam blijven, want online oplichting vermenigvuldigt en diversifieert zich voortdurend. Deze strijd moet onze prioriteit blijven, zodat gebruikers in veilige en optimale omstandigheden kunnen profiteren van dit ongelooflijke hulpmiddel dat het internet is. Daarom heb ik er een belangrijke prioriteit van gemaakt tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, met het voorstel om een signaleringssysteem in te voeren om valse online profielen tegen te gaan. Deze signalisatie zou het mogelijk maken om de status van je profiel als verifieerbaar, geverifieerd of anoniem te zetten. Het is een instrument in de vorm van gestandaardiseerde signalisatie waarmee zowel gebruikers als platforms geïnformeerd kunnen worden of informatie kunnen verstrekken over de waarachtigheid van de profielen waarmee we in de digitale wereld interageren.
— Mathieu Michel, Staatssecretaris voor Digitalisering Minder toenadering via elektronische wegSlachtoffers van phishing kunnen in het meldpunt aangeven op welke wijze ze benaderd werden. Opvallend is de grote daling van het phishen naar je gegevens via elektronische berichten (sms, messaging apps en e-mail). Waar het in 2020 en 2021 om het gros van de meldingen ging (97 % in 2020 en 89 % in 2021), was dat in 2022 nog maar 56 % en daalde het in 2023 verder naar 36 %. 15 % van de melders werd opgelicht via een website, een andere groep van 15 % werd telefonisch benaderd. Dat zijn ten opzichte van 2020 en 2021 zeer sterke stijgingen. In 2021 bedroegen zij respectievelijk 7 % en 3 %.
Geld verloren? Dan heb je in een aantal gevallen recht op terugbetalingIn bepaalde gevallen heb je als slachtoffer van phishing recht hebt op een terugbetaling door je financiële instelling. De belangrijkste voorwaarde is dat het gaat om een niet-toegestane betalingstransactie. Voerde je zelf een betaling uit (bijvoorbeeld door een vervalste factuur te betalen) of is er sprake van grove nalatigheid (zoals het geven van je pincode via telefoon), dan betaalt de bank niet terug.
Als slachtoffer moet je je bank onmiddellijk op de hoogte stellen van de vermeende fraude met je betaalinstrument. Beslist de bank om je niet te vergoeden, dan is ze verplicht om die beslissing schriftelijk mee te delen aan de FOD Economie.
Ga je niet akkoord? Dan kan je terecht bij de Ombudsdienst voor Financiële Geschillen.
Maar … voorkomen is beter dan genezenOm er voor te zorgen dat je geen slachtoffer wordt van phishing, geven we je deze 5 tips
Weigert de bank je terug te betalen? Dan kan je dat ook melden via het Meldpunt (scenario “Terugbetaling door mijn bank in geval van phishing”).
Phishing (diefstal van bankgegevens) »]]>Dat zijn intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (de vroegere intercommunales) die onder meer instaan voor de lokale distributie van elektriciteit en aardgas naar de consument (de eindgebruiker). Elke gebruiker van aardgas en of elektriciteit betaalt voor die distributie een bijdrage: het distributienettarief. Dat tarief valt samen met het transportnettarief onder de noemer van de nettarieven. De nettarieven die de distributienetbeheerders aan de consument in rekening brengen, zijn een weerspiegeling van een toegelaten inkomen dat berekend wordt op basis van een methodiek (de tariefmethodologie).
De FOD Economie onderzocht, na een eerdere analyse in 2019, opnieuw de financiële prestaties van die distributienetbeheerders. Zij opereren immers als lokale natuurlijke monopolisten in een sterk gereguleerde markt die zeer kapitaalintensief is en die onder sturing en toezicht staat van gewestelijke toezichthouders (VREG, CWaPE en Brugel).
Jaarlijks gemiddeld 464 miljoen euro winstUit de financiële analyse van de jaarrekeningen van de distributienetbeheerders blijkt dat zij samen tussen 2014 en 2022 jaarlijks gemiddeld 464 miljoen euro aan winst (na belastingen) realiseerden. Ongeveer 54,0 % van die winst kwam uit elektriciteit, 36,5 % uit gas en 9,5 % uit andere activiteiten.
De ondernemingsmarge, oftewel de verhouding van de winst ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten, is de winst van de distributienetbeheerders uitgedrukt in percentage. Die bedroeg tussen 2014 en 2022 jaarlijks gemiddeld 9,4 %.
De hoogste ondernemingsmarge werd waargenomen in 2020 met 11,2 %. Nadien werd een dalende trend ingezet om te landen op 8,5 % in 2022.
Van die winst werd, tussen 2014 en 2022, gemiddeld 86,5 % (ofwel jaarlijks gemiddeld 397 miljoen euro) uitgekeerd aan de aandeelhouders (de steden en gemeenten) in de vorm van dividenden. Die uitkeringsgraad bereikte een piek in 2018 (113,9 %), nam nadien af en stabiliseerde in 2022 (79,2 %).
Gemiddeld vertegenwoordigen de dividenduitkeringen 8,1 % van de bedrijfsopbrengsten tussen 2014 en 2022. Concreet: op iedere 100 euro aan bedrijfsopbrengsten werd gemiddeld 9,4 euro winst gemaakt. Van die 9,4 euro werd gemiddeld 8,1 euro uitgekeerd aan de aandeelhouders in de vorm van dividenden.
Financiële prestaties van de distributienetbeheerders van elektriciteit en aardgas in België (periode 2014-2022) »]]>
In 2023 ontving de Economische Inspectie van de FOD Economie 377 meldingen van slachtoffers van oplichting bij het verkopen via tweedehandsplatforms. Dat is een sterke daling van 57 % tegenover 2021. Toen ontving de FOD Economie nog 868 meldingen.
Ondanks die sterke daling steeg het gemelde bedrag dat een slachtoffer verliest aan oplichters enorm. In 2021 meldde burgers 249.850 euro aan schade, in 2023 steeg dat bedrag naar 379.755. Gemiddeld verloor een slachtoffer in 2021 1.225 euro aan de oplichters. In 2023 steeg dat naar 1.800 euro, een stijging van 47 %.
Hoe gaan oplichters te werk?Je zet een zoekertje voor een product op een tweedehandsplatform en krijgt reactie van een koper. Hij kan om verschillende redenen het product niet zelf ophalen en stelt voor om gebruik te maken van een bekende koeriersdienst (Mondial Relay, DPD, DHL, GLS, enz.) om geen argwaan te wekken. Daarnaast stelt hij ook voor om een betaaldienst van die koeriersdienst te gebruiken in plaats van een overschrijving rechtstreeks op je rekeningnummer. Hij vraagt je identificatiegegevens zodat hij jou het afgesproken bedrag kan overmaken.
Even later krijg je een valse e-mail van de koeriersdienst, met de mededeling dat je een betaling ontving en dat je een account moet aanmaken om toegang te krijgen tot je geld. Bij het aanmaken van dat account vraagt het platform je om zelf een betaling te doen om je identiteit en bankgegevens te bevestigen. Het bedrag van die betaling krijg je zogezegd terug zodra de echtheid van je gegevens is bevestigd.
Helaas gaat het om pure oplichting. Je krijgt de betaling van de koper nooit, noch een terugbetaling van het bedrag dat je zelf betaalde. Integendeel, de fraudeur wil enkel toegang krijgen tot je rekening om die vervolgens leeg te plunderen!
Daarnaast stelt hij ook voor om een betaaldienst van die koeriersdienst te gebruiken in plaats van een overschrijving rechtstreeks op je rekeningnummer. Hij vraagt je identificatiegegevens zodat hij jou het afgesproken bedrag kan overmaken. Even later krijg je een valse e-mail van de koeriersdienst, met de mededeling dat je een betaling ontving en dat je een account moet aanmaken om toegang te krijgen tot je geld. Bij het aanmaken van dat account vraagt het platform je om zelf een betaling te doen om je identiteit en bankgegevens te bevestigen. Het bedrag van die betaling krijg je zogezegd terug zodra de echtheid van je gegevens is bevestigd. Helaas gaat het om pure oplichting. Je krijgt de betaling van de koper nooit, noch een terugbetaling van het bedrag dat je zelf betaalde. Integendeel, de fraudeur wil enkel toegang krijgen tot je rekening om die vervolgens leeg te plunderen! Onlangs verkocht ik een product voor 150 euro op Marketplace van Facebook. Een koper was bereid me 200 euro voor het product te bieden. Hij zei dat hij het product niet kon ophalen en vroeg me om het te versturen via Mondial Relay. Vervolgens vroeg hij mijn e-mailadres om de verrichting te valideren en om mij in contact te brengen met de "bezorger". Ik ontving een e-mail met een link naar een Mondial Relay site (die achteraf nep bleek te zijn). De site vroeg me een account aan te maken, zodat de transactie kon worden uitgevoerd. Omdat de site niet naar behoren werkte, werd er een online chat geopend om me door het proces te loodsen en om mijn telefoonnummer te vragen en me met een van hun "consulenten" in contact te brengen. Een callcenter belde me vervolgens op en begeleidde me stap voor stap bij het aanmaken van de Mondial Relay account. Daarvoor moest ik mijn contactgegevens en mijn bankkaartnummer geven. Helaas vertrouwde ik die persoon en gaf hem de gegevens, behalve mijn pincode natuurlijk. De procedure mislukte en we moesten alles overdoen. De oplichter brak vervolgens in op mijn bankrekening, maakte een interne overschrijving van mijn spaar- naar mijn zichtrekening en plunderde op die manier beide rekeningen. Die persoon ging aan de haal met vier jaar werken en sparen en de droom van een heel gezin.
— Laurence - Slachtoffer Hoe loop je niet in de val?Maar de verkoper opbellen omdat de levering één dag vertraging heeft, heeft ook geen zin. Hoewel een van de voornaamste verplichtingen van de verkoper is om goederen op tijd te leveren, is het overschrijden van de leveringstermijn onvoldoende om de aankoop te ontbinden. Pas als de overeengekomen leveringsdatum of uitvoeringstermijn aanzienlijk wordt overschreden, kun je de verkoper in gebreke stellen. Doe dit bij voorkeur per e-mail of aangetekende brief om hiervan een bewijs te hebben. Een voorbeeldbrief vind je op onze website terug. Je moet de verkoper dan wel de gelegenheid geven om toch nog de levering binnen een redelijke termijn uit te voeren.
Mijn pakje is beschadigd. Wat kan ik doen?Voldoet het product niet aan je verwachtingen, dan kun je de wettelijke garantie van twee jaar inroepen. De verkoper is hiervoor verantwoordelijk en niet de producent of de koerierdienst. Neem dus contact met de verkoper op. Hij zal het goed moeten vervangen, herstellen of terugbetalen. De verkoper kan dan nadien actie ondernemen tegen de koerierdienst als hij van mening is dat die aansprakelijk is.
Wil de verkoper niet meewerken en is het bedrijf in België gevestigd, dan kun je bij de Consumentenombudsdienst terecht. Is de onderneming in een ander land van de Europese Unie gevestigd, dan kun je richten tot het Europees centrum voor de consument.
Komt het product dat je ontving niet overeen met wat je bestelde?Vraag de verkoper dan om het verkeerde product zo snel mogelijk terug te nemen en je zonder extra kosten het juiste product of de juiste dienst te leveren. Je kunt dat verzoek het beste schriftelijk bevestigen.
Ik ontving een ontvangstbevestiging, maar geen pakje. Wat kan ik doen?Tenzij je de koerierdienst de toestemming hebt gegeven, kan de bezorger de ontvangstbevestiging niet voor je tekenen en het pakje voor je deur achterlaten. Verwittig de verkoper en de koerierdienst dat je het pakje niet ontving en betwist het ontvangstbewijs. In geval van een geschil kun je een beroep doen op de Ombudsdienst voor de postsector.
Ik ben niet tevreden met het product, kan ik mijn aankoop ontbinden?Ja. Voor alle overeenkomsten voor verkoop op afstand in de Europese Unie, behalve in uitzonderlijke situaties, beschik je over een wettelijk herroepingsrecht van 14 dagen vanaf de dag van ontvangst van je pakje. Je hoeft niet te wachten op je pakje om de overeenkomst te herroepen. Je kunt dat al doen voordat je het product ontvangt. Dat recht is ook van toepassing tijdens de koopjesperiode of bij aankopen met prijskortingen. Op onze website vind je hierover meer informatie en een formulier om je aankoop gemakkelijk te herroepen.
Ik heb online besteld, hoe zit het met de garantie?De wettelijke garantie van twee jaar geldt in de hele Europese Unie waarbij de verkoper een onderneming is. Zij geldt ook voor online aankopen. De wettelijke garantie kan dus niet worden toegepast als je een product of dienst bij een particulier bestelt.
Wat gebeurt er als ik een bestelling in het buitenland heb geplaatst?Als de verkoper buiten de Europese Unie is gevestigd, ben je niet langer beschermd door de Europese regelgeving. De algemene voorwaarden van de overeenkomst zijn dan van toepassing. In geval van problemen moet je dus vertrouwen op de goede wil van de verkoper.
Ik ben het slachtoffer van online fraude, wat moet ik doen?Was je het slachtoffer van fraude of van een oneerlijke handelspraktijk nadat je een product op internet kocht, meldt dat dan zeker op het Meldpunt van de FOD Economie. De Economische Inspectie van de FOD Economie analyseert de melding en kan beslissen om een onderzoek in te stellen en zo een einde te maken aan die frauduleuze praktijken.
]]>Anders dan in voorgaande analyses over de prijsniveaus, bracht het Prijzenobservatorium dit keer niet alleen de prijsverschillen in kaart voor identieke merkproducten maar ook voor niet-bewerkte levensmiddelen en voor huismerken. Uit gegevens van Eurostat voor de niet-bewerkte levensmiddelen bleek dat de Belgische consument in 2022 voor zowel fruit en groenten als vlees en vis minder betaalde dan de Franse en Duitse consument. De Nederlandse prijzen voor niet-bewerkte levensmiddelen zijn daarentegen minder hoog dan in België.
Uit de resultaten van een eerste onderzoek over huismerken kan gesteld worden dat het merendeel van de geanalyseerde producten in België goedkoper is dan in de buurlanden, wanneer het goedkoopste product in België vergeleken wordt met het goedkoopste product in de drie buurlanden. Een winkelmandje bestaande uit enkel huismerken kost in België ongeveer 15 % minder dan in Frankrijk, ongeveer 25 % minder dan in Duitsland en ongeveer 40 % minder dan in Nederland. Hierbij dient wel benadrukt te worden dat deze resultaten gebaseerd zijn op een eenmalige observatie en dat dus enige voorzichtigheid geboden is. Verder onderzoek is nodig om deze resultaten te bevestigen.
Het in kaart brengen van de prijsniveauverschillen is echter geen evidente opdracht. Het gemiddeld prijsniveau van een land verbergt immers een zeer grote heterogeniteit op zowel regionaal niveau als tussen retailers onderling. Binnen eenzelfde retailer verschilt de prijszetting ook nog eens naargelang de winkelformule en/of de locatie. Daarnaast blijkt uit de analyse dat, afhankelijk van de productgroep (merkproducten versus niet-merkproducten of niet-bewerkte levensmiddelen) die geanalyseerd wordt, andere conclusies kunnen getrokken worden over de prijsniveauverschillen met de buurlanden.
Ook bij de verklaring van de consumptieprijsverschillen valt op dat bepaalde factoren eerder in het voordeel van België spelen, terwijl andere factoren in ons nadeel spelen. Zo speelt de evolutie van de concurrentie op de Belgische retailmarkt in het voordeel van België. De afgelopen jaren betraden een aantal internationale spelers de Belgische markt en nam het marktaandeel van harddiscounters eveneens toe. Dat de rendabiliteit van de sector sterk verminderd is lijkt opnieuw een indicatie van de toegenomen concurrentie in België.
Daarnaast zijn er ook een aantal kostenfactoren met een prijsverhogend effect zoals onder andere de kleinere economische schaal van België, de hogere loonkost per werknemer, de meer beperkte flexibiliteit van de arbeidsmarkt en meer uitgesproken accijnzen en heffingen voor dranken.
Tot slot zijn er ook een aantal verklaringen waarvan de impact op de prijs niet kon worden bepaald, zoals de territoriale leveringsbeperkingen. Voedingsfabrikanten zouden de Europese interne markt fragmenteren met de bedoeling in bepaalde landen hogere prijzen te vragen. Dat het fenomeen bestaat, blijkt onder andere uit de AB Inbev-case. Het is evenwel minder duidelijk hoe veralgemeend het probleem is op het vlak van voedingsproducten en wat de impact ervan is op het prijsniveau.
Een cruciale rol in het verklaren van de verschillende resultaten voor merkproducten enerzijds en huismerken en niet-bewerkte levensmiddelen anderzijds lijkt gelinkt te zijn aan de prijszettingsstrategie van retailers en de aard van het retaillandschap in België. In vergelijking met de buurlanden kent België een erg gediversifieerd retaillandschap. De historische operatoren bekampen elkaar met verschillende winkelformats en beconcurreren elkaar niet alleen op vlak van prijs maar ook op vlak van kwaliteit en assortiment. Daarnaast hebben ondertussen ook discounters een niet onaanzienlijk marktaandeel verworven. Deze discounters bieden voornamelijk huismerken aan waardoor vooral op die producten een prijsconcurrentie speelt.
Vergelijking van het consumptieprijsniveau in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland »
]]>
De laatste drie jaar (2020 tot 2022) steeg het aantal kmo’s uitzonderlijk met meer dan 40.000 ondernemingen (40.145 in 2020, 43.792 in 2021 en 48.745 in 2022).
Ondanks een stijging van het aantal stopzettingen (van 70.710 stopzettingen in 2021 naar 78.046 in 2022, +7.336) was er in 2022 een sterkere stijging van het aantal kmo’s ten opzichte van vorige jaren. Dat is het resultaat van een nog grotere toename van het aantal startende bedrijven (van 114.546 in 2021 naar 126.832 in 2022, ofwel +12.286). Er lijkt in 2022 dus een dubbele beweging te zijn geweest: een post-Covid economisch herstel, met een verhoging van het aantal starters, en de negatieve effecten van de energiecrisis die hebben geleid tot een hoger aantal stopzettingen.
De dichtheid van kmo's in België lag in 2022 iets hoger dan het gemiddelde van de Europese Unie (74 kmo's per 1.000 inwoners in België tegenover 64 voor de Europese Unie). Van de 27 EU-lidstaten staat België hier op de 13e plaats.
De belangrijkste sectoren voor kmo’s waren gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (19,6 %), handel (16,5 %) en bouwnijverheid (13,8 %). Samen vertegenwoordigen zij ongeveer de helft van alle kmo's.
De grootste jaarlijkse groeipercentages in de afgelopen vijf jaar (2017-2022) werden opgetekend in de volgende sectoren:
Eind 2022 klopte het aantal zelfstandigen en helpers af op 1.257.356, opnieuw een verhoging met 2,2 % ten opzichte van 2021. De meesten onder hen wonen in het Vlaams Gewest (62 %) en werken voornamelijk in drie bedrijfstakken: de vrije beroepen (32,8 %), de handel (26,9 %) en de industrie (24 %). 63,3 % was aangesloten als hoofdactiviteit, 25,7 % als nevenactiviteit en 11 % was actief na de pensionering.
De toename van het aantal zelfstandigen was het grootst in Vlaanderen (+2,4 %).
Over het algemeen is de groei hoger voor de zelfstandigen in bijberoep (+3,2 %), voor de zelfstandigen na pensioen (+6,5 %) en voor de bedrijfstakken industrie (+3,4 %) en vrije beroepen (+4,6 %).
Stijging van het aantal faillissementenIn 2022 gingen 9.265 kmo's failliet, waardoor 22.400 banen verloren gingen. Dat zijn gemiddeld 2,42 verloren jobs per faillissement. Vergeleken met 2021 steeg het aantal faillissementen met 41,8 % en het aantal banen die verdwenen met 28,9 %. De drie belangrijkste getroffen sectoren waren de handel, de bouw en de horeca. Zij vormen samen 60,3 % van het aantal faillissementen en zorgden voor 55,2 % van het banenverlies.
In 2021 was er omwille van de gezondheidscrisis een tussenkomst van de overheid voor ondernemingen en werd het faillissementsmemoratorium uitgevoerd. Dat zorgde voor minder faillissementen in 2021 met als logisch gevolg dat dat cijfer in 2022 opnieuw steeg tot een vergelijkbaar niveau van voor de gezondheidscrisis.
Stijging van het aantal jobs maar daling van het aantal kmo-werkgeversOp 31 december 2022 bedroeg het aantal ingevulde banen in kmo's in de privésector in België 1.782.960 op een totaal van 3.084.684 voor alle ondernemingen. Het merendeel van de jobs was dus te vinden in kmo's (57,8 %), die 99,4 % van de RSZ-werkgeversbedrijven uitmaakten.
Tussen 2021 en 2022 nam het aantal banen in de privésector als geheel toe (+1,7 %), in het bijzonder voor kleine (10 tot 49 werknemers, +2,2 %) en middelgrote bedrijven (50 tot 249 werknemers, +2,7 %). Alleen micro-ondernemingen (met minder dan 10 werknemers) zagen een lichte daling van het aantal ingevulde jobs (-0,1 %) maar dat komt overeen met de daling van hun aantal (-1 %).
De daling van 0,5 % van het aantal kmo-werkgevers in de privésector tussen 2021 en 2022 was vooral te wijten aan de moeilijkheden waarmee micro-ondernemingen (-1 %) tijdens de energiecrisis te kampen kregen. Kleine (+1,9 %) en middelgrote (+2,7 %) ondernemingen groeiden daarentegen in dezelfde periode, waarmee de opleving na de Covid-19-crisis toch werd voortgezet.
De meeste kmo-banen in de privésector in België concentreerden zich rond vier sectoren, met 970.262 jobs (54,4 % van het totaal) in het vierde kwartaal van 2022. Die vier sectoren waren: handel (20 %), verwerkende industrie (13,7 %), menselijke gezondheidszorg en maatschappelijk werk (10,6 %) en bouwnijverheid (10,2 %).
De cijfers van 2022 weerspiegelen het effect van de gezondheidscrisis, met een toenemend aantal faillissementen, maar ze getuigen ook van de veerkracht en de ondernemersvitaliteit van ons land: een groei van 4,5 % van het aantal kmo's. De dichtheid van de Belgische kmo's ligt iets boven het EU-gemiddelde en onderstreept de cruciale rol van die bedrijven in ons economische weefsel en de noodzaak om de ondernemersgeest te blijven aanmoedigen.
— David Clarinval, Minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO’sMeer informatie en thema's vindt u in de rubriek ”KMO's en zelfstandigen in cijfers“ op de website van de FOD Economie:
Kmo's en zelfstandigen in cijfers »]]>
In 2022 gaven meer dan 8 op de 10 (81,76 %) Belgische online shoppers aan dat hun voorkeur uitging naar websites met in België gevestigde verkopers. Toch zeiden bijna 4 op de 10 individuen (39,43 %) in 2022 dat ze in de afgelopen drie maanden bij verkopers in andere landen van de Europese Unie hadden gekocht, wat 22 procentpunt boven het Europese gemiddelde lag.
Op bedrijfsniveau vertegenwoordigde e-commerce een veel groter aandeel van de kmo-omzet in België dan het Europese gemiddelde (16,7 % tegenover 11,3 %), hoewel dat voornamelijk toe schrijven was aan de verkoop tussen bedrijven onderling en aan overheden.
Dat is een van de bevindingen van de 1e editie van het Belgian Digital Economy Overview van de FOD Economie, die de FOD Economie en staatssecretaris voor Digitalisering Mathieu Michel op 7 december presenteerde.
Het Belgian Digital Economy Overview is opgebouwd rond de vier grote thematische doelstellingen van het programma voor Europa’s Digitale Decennium (business, infrastructuur, vaardigheden, e-government) en met de toevoeging van een hoofdstuk over (cyber-)veiligheid. Het biedt een duidelijk en geïllustreerd overzicht van het digitale landschap en de belangrijkste uitdagingen voor België op basis van de recentste beschikbare officiële statistieken.
Uitstekende connectiviteit en zeer hoge digitale intensiteitVerschillende factoren verklaren de sterke prestaties van België voor e-commerce.
Allereerst valt de brede de toegang van gezinnen tot het internet op. In 2022 hadden meer dan 9 van de 10 Belgische huishoudens (94,44 %) thuis een internetverbinding, een stijging van 2,14 procentpunt ten opzichte van 2021. Bovendien maakte 93,04 % van de Belgen regelmatig gebruik van het internet (tegenover 88,59 % op Europees niveau), terwijl slechts 3,7 % van de personen tussen 16 en 74 jaar het internet nog nooit gebruikte. Dat is een daling met 0,8 procentpunt ten opzichte van 2021. Die ontwikkelingen wijzen op een afnemende digitale kloof in België.
België doet het ook erg goed in de digitalisering van ondernemingen. Volgens de Europese Commissie had in 2022 maar liefst 77 % van de Belgische bedrijven al een basisniveau van digitale intensiteit bereikt, tegenover een Europees gemiddelde van 69 %. Ons land presteert ook beter dan het Europese gemiddelde voor cloud, artificiële intelligentie en big data.
België presteert ook uitstekend op het gebied van dekking van hogesnelheidsinternet, met snelheden van minstens 30 Mbps (3e in Europa). Het blijft evenwel achterophinken bij de inzet en toepassing van geavanceerde technologieën zoals 5G en vooral glasvezel.
(Cyber-) veiligheid, een uitdagingNaast de inzet van die technologieën moet (cyber)beveiliging een van de belangrijkste aandachtspunten zijn bij de ontwikkeling van een online business.
Volgens Eurostat werd meer dan één op vijf Belgische bedrijven (21,7 %) van alle groottes in 2022 geconfronteerd met een IT-beveiligingsincident dat resulteerde in de onbeschikbaarheid van IT-diensten. Het percentage ligt lager voor incidenten die leiden tot de vernietiging of beschadiging van data (5 %) of de verspreiding van vertrouwelijke gegevens (3,56 %).
Hiermee is nog maar eens het belang aangetoond van de nodige beschermende maatregelen voor bedrijven, en vooral voor kmo's, om hun online activiteiten in alle veiligheid te ontwikkelen.
In dat opzicht is het alvast bemoedigend vast te stellen dat het percentage Belgische kmo's dat verzekerd is tegen IT-beveiligingsincidenten duidelijk boven het EU-gemiddelde ligt (32,3 % tegenover 24,4 %).
Het verheugt mij om aan de hand van de recente resultaten van het Belgian Digital Economy Overview te zien dat België zijn snelle digitaliseringstraject voortzet, zowel op het niveau van de huishoudens als van de bedrijven. Deze cijfers getuigen van ons engagement voor een inclusieve, ambitieuze en convergerende digitale samenleving. Ons land onderscheidt zich in het bijzonder door de vooruitgang die het heeft geboekt in de digitalisering van onze economie. Dit weerspiegelt de aanhoudende inspanningen van de afgelopen jaren om de toepassing van digitale technologieën op alle niveaus aan te moedigen. Hoewel we blij zijn met de aanzienlijke vooruitgang, blijven er uitdagingen, met name op het gebied van digitale vaardigheden en 5G-connectiviteit. Wat de digitale kloof betreft, is het echter bemoedigend om te zien dat de kloof beetje bij beetje kleiner wordt, onder andere dankzij de invoering van het Connectoo-programma. Connectoo leidt digitale helpers op die dicht bij de bevolking staan, binnen de overheidsdiensten zelf. Dit betekent dat mensen met een digitale kloof een helpende hand kunnen krijgen en kunnen leren hoe ze dit hulpmiddel moeten gebruiken. De cijfers zijn veelzeggend en tonen aan dat het aantal mensen en plaatsen met het Connectoo-label toeneemt. Dit project werd door de Europese Commissie aangehaald als voorbeeld van goede praktijken in het Digital Decade Country Report 2023 van België. Ik ben ook blij dat ons land in hetzelfde verslag wordt aangemoedigd in zijn inspanningen om een Europese blockchaininfrastructuur te ontwikkelen. Het Europeum-project (voorheen EDIC) dat ik leid, zal België ook in staat stellen om een voortrekkersrol te spelen op het gebied van blockchain en Europese soevereiniteit. Er zijn veel uitdagingen en er is nog werk aan de winkel. We moeten nu consolideren wat we hebben bereikt en samen werken aan een België dat volledig digitaal is voor iedereen en welvarend voor onze economie. Dit is mijn visie van een SmartNation-strategie waarin onze samenleving inclusiever, ambitieuzer en meer convergent is.
— Mathieu Michel, staatssecretaris voor Digitalisering Belgian Digital Economy Overview - Editie 2023 »]]>
Alleen al in België opende de FOD Economie in 2022 237 speelgoedcontroledossiers, goed voor een derde van het totale aantal geopende dossiers. Van die 237 dossiers was 80 % afkomstig van de Douane. Er werden ook twee controlecampagnes gevoerd.
Veiligheid voor iedereen moet een prioriteit zijn. Dat geldt nog meer als het gaat om de veiligheid van kwetsbare mensen, om te beginnen kinderen. In 2022 openden we 237 "speelgoed"-dossiers. Dat is 32 % - een derde! - van het totale aantal dossiers van onze controledienst.
— Pierre-Yves Dermagne, minister van EconomieOp Europees niveau publiceerde de Europese Commissie afgelopen zomer een voorstel om de wetgeving voor de veiligheid van speelgoed aan te scherpen, in de vorm van een verordening die rechtstreeks van toepassing is in de lidstaten. België wil dat voorstel graag in de praktijk brengen tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Unie.
Het voorstel werd op dinsdag 5 december voorgesteld in de kantoren van de Douane, in aanwezigheid van de federale en Europese autoriteiten en vertegenwoordigers van de industrie.
In het controleproces werkt de douane hand in hand met de diensten van de FOD Economie.
Het was de gelegenheid om concreet te tonen hoe de controles die de medewerkers van de Douane en de FOD Economie uitvoeren om veilig speelgoed in België te garanderen en om het belang van een efficiënte samenwerking tussen de diverse actoren te bevestigen.
Dat gebeurt nu al via "bedrijfscontroles" die worden uitgevoerd bij distributeurs in België. Bedoeling is om op basis van documentatie en uiterlijke kenmerken te controleren of de distributeur geen speelgoed verdeelt waarvan hij had moeten weten dat het niet aan de voorschriften voldoet. Zo worden fabrikanten en importeurs meer onder druk gezet om conform speelgoed in België op de markt te brengen.
Bovendien verloopt de samenwerking tussen de FOD Economie en de Douane efficiënt, waardoor dossiers snel kunnen worden verwerkt.
Wat de regelgeving betreft, sluit de voorgestelde Europese verordening aan bij de speelgoedrichtlijn, maar introduceert ze ook een aantal nieuwe elementen: