Boordtabel van de kmo’s en zelfstandige ondernemers: de indicatoren staan op groen
Sterke stijging van het aantal ondernemingen en continue daling van de faillissementen
De FOD Economie heeft de tweede editie van de Boordtabel van de kmo’s en zelfstandige ondernemers voorgesteld in aanwezigheid van de minister van Zelfstandigen en KMO’s, Denis Ducarme. Uit deze editie blijkt dat de meeste indicatoren positief zijn in 2016. Dit geldt zowel voor de indicatoren die de demografie van de kmo’s weerspiegelen als voor die welke de demografie van de zelfstandigen of het vrouwelijke ondernemerschap belichten.
Op basis van officiële statistieken biedt de Boordtabel een gerichte analyse van tal van kernindicatoren. Ze is een onmisbaar instrument om de beleidslijnen voor kmo’s en zelfstandigen die in het Federaal plan voor de kmo’s en de zelfstandigen centraal staan, te begeleiden en te monitoren.
Belangrijkste resultaten
Over de demografie van de kmo’s: 99,26 % van de btw-plichtige ondernemingen waren kmo’s in 2016. Hun aantal steeg met 4,18 % ten opzichte van het voorgaande jaar en kwam aldus uit op 899.223 eenheden, wat de grootste toename is sinds 2009. In 2016 werden er 91.375 kmo’s opgericht, een stijging met 13,81 % ten opzichte van 2015.
Tot slot blijft de dalende trend in het aantal faillissementen zich voor het derde jaar op rij doorzetten: in 2016 legden 9.134 ondernemingen de boeken neer, tegenover nog 11.680 in 2013. De drie zwaarst getroffen sectoren waren de handel, de reparatie van auto’s en motorfietsen, de horeca en de bouwsector.
In 2016 waren er 1.058.522 zelfstandigen en helpers, of 93 ondernemers per 1.000 inwoners. Hun aantal steeg met 2,23 % ten opzichte van 2015. De meesten onder hen oefenen hun activiteit in hoofdberoep uit (67,49 %), maar de groep van ondernemers die actief zijn na de pensioenleeftijd kende de sterkste groei sinds 2009. De drie belangrijkste sectoren waarin ondernemers en helpers actief waren in 2016 zijn de handel, de vrije beroepen en de nijverheid.
In 2016 was 34,67 % van de zelfstandigen of helpers een vrouw. Het stijgingspercentage van het aantal zelfstandige vrouwen is de laatste jaren groter dan dat van de mannen. Het gaat hier om een inhaalbeweging.
Vrouwelijke ondernemers in hoofdberoep zijn nog steeds het talrijkst, maar het aandeel van de vrouwen in bijberoep nam het sterkst toe in 2016. In tegenstelling tot hun mannelijke tegenhangers waren de vrouwelijke zelfstandigen en helpers vooral actief in de vrije beroepen, vervolgens in de handel en tot slot in de dienstensector. Het vrouwelijke ondernemerschap heeft echter nog een groeimarge omdat de activiteitsgraad van vrouwelijke zelfstandigen in verhouding tot de vrouwelijke beroepsbevolking kleiner is dan die van zelfstandige mannen.
Globaal gezien hervatte de tewerkstellingsgroei bij de kmo’s. In het laatste kwartaal van 2016 waren zij goed voor 38 % van de werknemers in de privésector. Bij de micro-ondernemingen deden vooral de activiteiten met 1 tot 4 werknemers het bijzonder goed, met een toename van 2,35 % van het aantal werknemers en een stijging van 3,70 % van het werkvolume uitgedrukt in voltijdequivalent.
Uit een internationale vergelijking blijkt dat Frankrijk en Nederland, net als België, in 2015 landen van micro-ondernemingen waren. In Duitsland namen deze ondernemingen een kleiner aandeel voor hun rekening.
De exportprestaties van de Belgische kmo’s waren beter dan die van onze drie belangrijkste handelspartners. De handelssector alleen al vertegenwoordigde 44,2 % en 47,9 % van de export in waarde vanuit België en Nederland. In Frankrijk en Duitsland leverde de nijverheidssector de grootste bijdrage.
Tot slot, ons land stond op de tweede plaats in de rangschikking voor de groei van de kleine ondernemingen.
Ik juich de positieve resultaten uit de Boordtabel van de kmo’s en zelfstandige ondernemers toe. Deze nieuwe editie van de Boordtabel toont opnieuw aan dat het beleid van de regering in het voordeel van kmo’s en zelfstandige ondernemers zijn vruchten afwerpt. Nieuwe maatregelen zullen in de komende maanden het concurrentievermogen van de kmo’s nog versterken.