Belgische concurrentievermogen stabiel in 2016
Gunstige ontwikkeling loonkost en scholingsgraad, maar nog werk voor de boeg op het vlak van innovatie, ondernemingsklimaat en energiebeleid
Het Belgische concurrentievermogen bleef in 2016 nagenoeg op hetzelfde niveau als het jaar voorheen. Dat blijkt uit de “Boordtabel van het concurrentievermogen van de Belgische Economie” van de FOD Economie. De boordtabel toont een eerder gemengd beeld van het Belgische concurrentievermogen en de veranderingen ervan. De gunstige ontwikkeling van de loonkost en van de scholingsgraad krikten ons concurrentievermogen op. Vooral op het vlak van innovatie, ondernemingsklimaat en energiebeleid zijn er nog uitdagingen, die in lijn liggen met de aanbevelingen van de Europese Commissie, de OESO en het IMF.
Belangrijkste resultaten
Het Belgische bbp groeide in 2016 met 1,5 %, maar minder uitgesproken dan het gemiddelde van de buurlanden. De Belgische lopende rekening werd na 5 jaar ook opnieuw positief (de ontvangsten uit het buitenland overtroffen de uitgaande betalingen) en de uitvoer nam het voorbije jaar licht toe (+0,5 %). Het Belgische aandeel in de werelduitvoer verliest de afgelopen jaren licht terrein, onder meer door de forse oriëntatie naar onze buurlanden en niet zo zeer naar groeilanden.
De huidige economische groei kadert in de opwaartse Europese en internationale conjunctuur, maar ook het economische beleid droeg zijn steentje ertoe bij.
Prijs- en kostenconcurrentievermogen
Op het vlak van prijs- en kostenconcurrentievermogen worden de bovengenoemde prestaties onder meer beïnvloedt door de loonkosten, die in België een historisch hoger niveau kennen dan bij onze belangrijkste handelspartners. Het loonmatigingsbeleid dat sinds enkele jaren (2012-2013) wordt gevoerd en de bijkomende maatregelen die beslist werden in het kader van de taxshift zorgden echter voor een daling van de loonkost per eenheid in 2016 (-0,1 %). De loonkloof met de buurlanden wordt minder uitgesproken en de productiekosten worden gemilderd. Terwijl de prijzen voor gas en telecommunicatie voor Belgische ondernemingen eerder concurrentieel zijn, worden ondernemingen, meer bepaald de elektro-intensieve gebruikers, echter geconfronteerd met hogere elektriciteitsprijzen. De waardevermeerdering van de euro tast ons concurrentievermogen met de niet-euro landen aan. De Brexit en het depreciërende pond, hebben in combinatie met de dalende koers van de Turkse lira bijvoorbeeld een negatief effect op het concurrentievermogen van onze tapijtsector.
Andere bepalende factoren voor het concurrentievermogen
Naast de prijs zijn er uiteraard andere elementen die het concurrentievermogen bepalen. België scoort eerder matig qua innovatie, en komt ver na de Scandinavische landen en Duitsland en Nederland: onze geringe uitvoer van hightechproducten, de impact van snelgroeiende bedrijven, … wordt slechts deels gecompenseerd door relatief hoge O&Ouitgaven (2,45 % van het bbp) en het aantal werknemers in O&O. Een doorgedreven en gestroomlijnd innovatiebeleid (met focus op O&O-investeringen, technische verspreiding, digitalisering en opleiding, kennisdeling voor kmo’s en investeringen in op kennis gebaseerd kapitaal) kan de transitie naar een kenniseconomie gemakkelijker maken.
Ook de digitale transitie kan helpen om innovatieve inspanningen en kennisdeling te versterken. België biedt daarvoor een kwalitatieve telecominfrastructuur.
Ook de arbeidsmarkt geeft mee vorm aan het concurrentievermogen. Qua scholingsgraad scoort België goed, maar de tewerkstellingsgraad blijft laag, ondanks een lichte verbetering (67,7 % in 2016), en ook de beperkte arbeidsmarktflexibiliteit veroorzaakt efficiëntieverlies. Ook op het vlak van ondernemerschap lijkt de ondernemingszin in België minder uitgesproken, wat onder meer tot uiting komt in de beperkte nettogroei van de ondernemingspopulatie (+1,2 % in 2015). Het bedrijfsklimaat in ons land is ook minder gunstig dan in de buurlanden (plaats 42 in de Doing Business-rangschikking, na Duitsland, Nederland en Frankrijk).
Het regulerende kader voor arbeid, ondernemerschap en marktwerking vormt bijgevolg een belangrijke hoeksteen voor de competitieve positie van onze ondernemingen. Een doorvlocht activatiebeleid en kwaliteitsvolle en continue opleiding, de aanpak van administratieve lasten voor ondernemingen, gepaste financieringsmogelijkheden en een optimale werking van de netwerkindustrieën blijven aandachtspunten. De recente maatregelen voor werkbaar en wendbaar werk kaderen in de aanpak van dat regelgevende kader.
De concurrentiepositie van ons land hangt uiteraard ook af van andere factoren, zoals bijvoorbeeld de energie-intensiteit, aan de hoge kant in België, en de energiemix, die de bevoorradingszekerheid moet garanderen. Een onderbouwd interfederaal energiepact, dat voldoende zekerheid biedt aan alle spelers op de energiemarkt kan de overgang naar een duurzamer energetisch systeem versterken. Internationale instellingen wijzen bovendien op het teveel aan wagens op de snelwegen en de gebrekkige verkeersinfrastructuur als oorzaken voor het mobiliteitsprobleem dat momenteel een negatieve druk uitoefent op het concurrentievermogen.
Wat is de Boordtabel van het concurrentievermogen van de Belgische economie?
De FOD Economie volgt jaarlijks de belangrijkste prestaties en determinanten van het globale concurrentievermogen van de Belgische economie op, aan de hand van een benchmark-oefening, vervolledigd met een samengestelde indicator. De internationale rankings vult de FOD Economie zo aan met officiële en publieke statistieken en informatie.