Blijf op de hoogte


De sector vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen heeft het nog altijd moeilijk in België

Uit een studie van de FOD Economie blijkt dat de sector vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen in 2016 slechts een lichte stijging kende van zijn industriële productie, in het bijzonder vergeleken met deze van de verwerkende nijverheid. De zwakke prestaties van de sector zijn met name te wijten aan de grote invoerafhankelijkheid van België in vergelijking met zijn voornaamste handelspartners, alsook aan de hoge loonkosten per eenheid product.

Context van de studie

De FOD Economie voerde deze studie uit naar aanleiding van de bevinding dat de sector vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen (machines voor land- en bosbouw, machines voor metaalbewerking, gereedschapswerktuigen, windmolens,...) minder goede prestaties neerzette voor tewerkstelling en toegevoegde waarde ten opzichte van de eurozone, maar ook omwille van zijn belangrijk aandeel in de Belgische economie en zijn uitgesproken bijdrage aan de uitvoer.

Voornaamste resultaten

In 2016 kende de industriële bedrijvigheid van de sector een lichte stijging (+ 0,6 % vergeleken met het jaar ervoor), na een daling met 1,5 % in 2015, terwijl de verwerkende industrie een sterkere stijging kende (+2,5 % in 2016 na +0,2 % in 2015).

Sinds de crisis werd het omzetpeil van 2008 niet meer gehaald. De omzet daalde van 13,5 miljard euro naar 11,5 miljard in 2014.

Als gevolg van de zwakke prestaties kende de sector met name een afname van de tewerkstelling (-21 % tussen 2008 en 2015) en tegelijk ook een toename van de vraag naar hoogopgeleid personeel en een afname van het aantal ondernemingen (enkele grote multinationals).

Deze ongunstige ontwikkelingen kunnen met name te wijten zijn aan een grotere afhankelijkheid van ons land voor zowel intermediaire als finale invoer in vergelijking met de belangrijkste handelspartners, alsook aan een hoge loonkost per eenheid product (ondanks een recente daling door de taxshift).

Chantal De Pauw, woordvoerster van de FOD Economie

Daarnaast zien we, tegen de achtergrond van een intensiever geworden wereldhandel en een toegenomen buitenlandse concurrentie, dat de revealed comparative advantage index een nadeel voor de sector in België aangeeft.

Uit de analyse van de buitenlandse handel blijkt daarentegen dat het Belgische handelssaldo van de sector reeds verschillende jaren positief is en in 2016 goed was voor 1,3 miljard euro.

Uitdagingen en toekomst

De Belgische ondernemingen van de sector staan voor enorme uitdagingen, die ze voor een deel beantwoorden via hun sterke O&O-intensiteit. De zwakke bijdrage van de totale factorproductiviteit (TFP), die echter niet werd gecompenseerd door de inbreng van kapitaal, verklaart de achteruitgang van de toegevoegde waarde (in volume) van de sector, die een gemiddelde jaarlijkse daling van 3,1 % liet optekenen tussen 2008 en 2015. Om de groei van de TFP te ondersteunen, lijkt het dan ook aangewezen om de investeringen te stimuleren, met name in immateriële activa en in alle factoren die innovatie bevorderen.

Naast het snelle inspelen op de vraag van de klanten, liggen de sleutels van het succes van deze sector in een doorgedreven automatisering, robotisering en digitalisering, die meer zullen vergen dan louter investeringen. Het is namelijk duidelijk dat men niet zonder de steun van medewerkers met technische vaardigheden kan als men het productieproces wil omvormen door de invoering van nieuwe werkwijzen en productietechnologieën.

Chantal De Pauw, woordvoerster van de FOD Economie

Contactinformatie

Contact
Adres

Vooruitgangstraat 50
1210 Brussel