Blijf op de hoogte


Marges in voedingskolom onder druk door stijgende kosten

De voedingskolom staat onder hoge druk. De forse stijging van de grondstoffen en andere kosten zorgt voor een hoge inflatie van voedingsproducten. Dat blijkt uit het onderzoek van het Prijzenobservatorium over de prijzen en marges.

Stijgende grondstoffenprijzen

De inflatie voor bewerkte levensmiddelen (exclusief alcoholische dranken en tabak) versnelde in België vanaf begin 2022. Afgelopen maanden werden historisch hoge niveaus bereikt van meer dan 10 %. Ook onze voornaamste buurlanden kenden een gelijkaardig inflatieverloop. Toch is de inflatie in Duitsland nog hoger, terwijl die in Frankrijk iets lager is.

De internationale grondstoffennoteringen voor bewerkte levensmiddelen liggen aan de basis van die stijgende inflatie. Op twee jaar tijd zijn de grondstoffennoteringen verdubbeld. Die zijn sterk opwaarts gericht sinds medio 2020 en bereikten een piek in de maanden mei-juni 2022.

De stijging van de grondstoffenprijzen werd vervolgens doorgerekend in de verkoopprijzen van de Belgische voedingsindustrie, zij het met wat vertraging in de tijd en van een beperktere omvang. De industriële verkoopprijzen van levensmiddelen klimmen sinds juli 2021 (+19 % tussen juli 2021 en september 2022).

De prijzen van landbouwgrondstoffen dalen sinds juli 2022 licht maar ze bevinden zich nog steeds op uitzonderlijk hoge niveaus. Die daling is vooralsnog niet zichtbaar in de prijzen van de andere schakels van de voedingskolom, waar de prijzen verder blijven toenemen.

Een blik op de marges in de voedingskolom

Het Prijzenobservatorium analyseerde ook de nettomarges (uitgedrukt in verhouding tot de omzet) in de Belgische voedingskolom tijdens de coronaperiode (2020 en 2021). De nettomarge is de verhouding tussen de exploitatiewinst- of verlies (9901) en de omzet. Hier meet ze de rendabiliteit van een sector. Dat is wat overblijft na de betaling van de aankopen, personeelskosten en afschrijvingskosten. De marge wordt weergegeven in procent en niet in waarde.

Voor deze analyse werden twee schakels van de voedingskolom onderzocht, met name de voedingsindustrie en de detailhandel. Ze kunnen per schakel dan weer worden opgedeeld in nog gedetailleerdere groepen zoals de chocolade-industrie, industriële bakkerijen, vleesindustrie of de charcuteriesector.

Bij het uitbreken van de coronacrisis in 2020 bleef de omzet en de marge in de Belgische voedingsindustrie (Nace 10) vrij stabiel terwijl ze daalden in de drankenindustrie (Nace 11).  In 2021 verbeterden zowel de omzet als de marge in de voedings– en drankenindustrie. Ondanks deze relatief goede uitgangspositie bij het uitbreken van de crisis in 2022, liggen de marges in de voedingsindustrie veel lager dan de gemiddeld marges voor de ganse Belgische industrie. De drankenindustrie scoort op dat vlak beter.

In de niet-gespecialiseerde detailhandel voor voedingswaren steeg in 2020 de omzet en in beperkte mate ook de marge. In 2021 daalde vooral de marge (voor de omzet was dit eerder beperkt), tot zelfs op een lager niveau dan voor het uitbreken van de coronacrisis.

Analyse van de impact van andere kostenstijgingen op de marges

Naast de stijging van de grondstoffennoteringen in 2022, stegen ook andere kostenposten voor ondernemingen (zoals bijvoorbeeld energie, lonen, …). Om de impact van die kostenstijgingen op de marges in de eerste drie trimesters van 2022 in te schatten, ontwikkelde de FOD Economie een theoretisch model. Negen verschillende voedingskolommen werden zowel op het niveau van de voedingsindustrie als op het niveau van de detailhandel geanalyseerd. Dit model, gebaseerd op de kostenstructuur van de weerhouden sectoren, maakt het mogelijk om de evolutie van de theoretische productiekosten te vergelijken met de evolutie van de verkoopprijzen in de meest recente periode.

Op het niveau van de voedingsindustrie, namen voor zes van de negen onderzochte sectoren (zoals onder andere brood, vlees, bier,…) de theoretische productiekosten sterker toe dan de verkoopprijzen. Ook op het niveau van de detailhandel lijken de kosten voor het grootste deel van de weerhouden productcategorieën, sterker te stijgen dan de verkoopprijzen in de winkel.

Globale bevindingen over de marges

Ondanks het feit dat dit model zijn beperkingen heeft, zijn er indicaties dat de marges in de voedingsindustrie teruggevallen zijn in de eerste drie trimesters van 2022.

Bovendien mogen de globale bevindingen ons niet uit het oog doen verliezen dat de situatie tussen bedrijven in eenzelfde sector heel sterk kan verschillen. Ook in de detailhandel lijken de marges te krimpen voor verschillende van de weerhouden productcategorieën. Voor de detailhandel zijn de methodologische beperkingen van het model groter, wegens gebrek aan detail over de kostenstructuur. Daarom moeten de resultaten over deze schakel met nog meer voorzichtigheid benaderd worden. We stellen wel dat dat er in België geen sterkere stijging was van de consumptieprijzen voor levensmiddelen dan in de buurlanden.

De aanwijzingen van deze studie moeten uiteraard nog bevestigd worden op basis van boekhoudkundige informatie. De jaarrekeningen van ondernemingen voor het jaar 2022 zijn pas in de herfst van 2023 beschikbaar. Daarom zal het Prijzenobservatorium de marges in de voedingskolom de komende jaren verder opvolgen en analyseren, ook bij dalende grondstoffennoteringen.

Uit de studie van het Prijzenobservatorium blijkt dat de winstmarges in de voedingssector in 2022 naar verwachting zullen dalen. Ze wijzen er op dat diezelfde marges positief zijn gebleven onder de gevolgen van de coronacrisis (2020-2021). Wij zullen de situatie dan ook nauwlettend blijven volgen om na te gaan of dit evenwicht wordt gehandhaafd, en dat in het belang van de consumenten en de werknemers in de levensmiddelenindustrie.

Pierre-Yves Dermagne, minister van Economie

Het doel van het Prijzenobservatorium was om het proces van de heronderhandeling van de jaarlijkse commerciële contracten tussen producenten en supermarkten transparanter te maken. Het verslag bevestigt dat alle marges in de agrovoedingssector sterk onder druk staan. Bovendien is dit verslag een eerste stap die het mogelijk maakt om de overdracht van marges aan alle spelers in de keten te objectiveren met het oog op lopende of toekomstige onderhandelingen. Ik blijf alert op de ontwikkeling van de situatie voor alle actoren in de keten.

David Clarinval, minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO's

Contactinformatie

Contact
Adres

Vooruitgangstraat 50
1210 Brussel