Evolutie van de prijzen en marges in de voedingskolom
Na een periode van sterke stijging zijn de consumptieprijzen en de verkoopprijzen van levensmiddelen in de voedingsindustrie sinds april 2023 gestabiliseerd. De daling van de prijzen voor voedingsgrondstoffen en energieprijzen zouden in 2023 geleid hebben tot een herstel van de rendabiliteit in verschillende voedingskolommen. Dat blijkt uit de analyse van de prijzen en marges in de voedingskolom door het Prijzenobservatorium van de FOD Economie, die op 9 februari 2024 werd voorgesteld aan de Taskforce Agrovoeding.
Stabilisatie van de prijzen van voedingsproducten sinds het voorjaar van 2023
Voor de consumptieprijzen van voedingsmiddelen kent 2023 twee periodes met uitgesproken karakteristieken.
In de eerste periode zetten de scherpe prijsstijgingen die begin 2022 waren begonnen zich voort. In iets meer dan anderhalf jaar, van januari 2022 tot juli 2023, stegen de consumptieprijzen met 25 %. Die dynamiek is het gevolg van de prijspieken voor landbouwgrondstoffen in 2021 en een deel van 2022. Daarbij komt nog de gelijktijdige stijging van de energieprijzen en de impact van die stijging op de productiekosten voor de voedingsindustrie. De verkoopprijzen van de voedingsindustrie zijn in dezelfde mate gestegen als de consumptieprijzen.
De tweede helft van 2023 laat een stabilisatie zien van de voedingsprijzen op het niveau van de detailhandel en op het niveau van de voedingsindustrie. De daling van de prijzen van landbouwgrondstoffen sinds meer dan een jaar (-50 % tussen mei 2022 en oktober 2023), veroorzaakt dus nog geen tastbare prijsdaling stroomafwaarts in de voedingskolom, maar zorgt slechts voor een prijsstabilisatie. Bepaalde productiekosten, zoals de lonen, dalen niet, wat die stabilisatie gedeeltelijk kan verklaren.
Na een moeilijk 2022 beginnen de marges in 2023 te verbeteren
In de landbouwsector verbeterde de rendabiliteit in 2022 ten opzichte van 2020 en 2021 (twee slechte jaren). Gezien de recente daling van de productiekosten en de aanhoudend hoge prijzen voor bepaalde landbouwproducten, zou 2023 beter moeten zijn. Dat globaal beeld verbergt niettemin belangrijke jaarlijkse variaties en verschillen tussen de landbouwspecialisaties onderling, en dus ook tussen de regio’s. Bepaalde deelsectoren, zoals de varkensproductie of de fruitteelt, zagen hun marges in 2022 nog verder verslechteren.
De nettomarge van de voeding- en drankenindustrie is in 2022 gedaald ten opzichte van 2021 (daling van +- 20 %), en vertegenwoordigt de laagste marge van de periode 2017-2022. Daarnaast is ook het aandeel van bedrijven dat in 2022 een operationeel verlies boekte aanzienlijk gestegen (23,7 % in 2022 tegenover 15,8 % in 2021). De stijging van grondstoffen- en energieprijzen is inderdaad het belangrijkste element dat de rendabiliteit in de voedingsindustrie beïnvloedt.
Voor 2023 zijn nog geen officiële jaarrekeninggegevens beschikbaar om de winstgevendheid in 2023 te evalueren. Het Prijzenobservatorium heeft daarom de evolutie van de productiekosten en van de inkomsten gemodelleerd. Op basis daarvan werd de evolutie van de marges in 2023 ingeschat voor negen specifieke agro-voedingskolommen.
In de voedingsindustrie verbetert de marge in bijna alle onderzochte sectoren in 2023, vergeleken met 2022, soms aanzienlijk, vooral in sectoren die hun marge in 2022 sterk zagen krimpen.
In de detailhandel kromp de nettomarge van 1,93 % in 2021 naar 1,16 % in 2022 (het laagste percentage van de geanalyseerde periode). Het aandeel van bedrijven dat in 2022 een operationeel verlies boekte ten opzichte van 2021 is ook aanzienlijk gestegen in de detailhandel (28,5 % tegenover 18,9 %). Uit de analyse blijkt dat de ondernemingen in de detailhandel de stijging van de inkoopprijzen konden doorrekenen in hun verkoopprijzen, maar niet de volledige stijging van de andere productiekosten, zoals de lonen en de diensten en diverse goederen.
De modellering die in de analyse gebruikt werd, heeft slechts betrekking op een deel van de producten die de detailhandel verkoopt. Voor die schakel is het dus moeilijker om conclusies te trekken over de evolutie van de marges in 2023. Voor de verschillende geanalyseerde producten lijkt echter een status quo van de marges te domineren.
Conclusie
Nadat begin 2023 de tendens van de tweede helft van 2022 met toenemende consumptieprijzen zich had voortgezet, stabiliseerden vanaf april 2023 de prijzen in de voedingsindustrie en de prijzen in de winkel. Een convergentie van de indexen van de verschillende schakels is zichtbaar: de grondstoffenindex, de index van de industriële prijzen en die van de consumptieprijzen liggen in september 2023 32 % hoger dan in 2019. De stijging van de grondstoffenprijzen heeft een sterke druk uitgeoefend op de rendabiliteit in de voedingsindustrie en de detailhandel. De tweede helft van 2022 maakte een “herstel” mogelijk, maar kon een inkrimping van de globale marge over 2022 niet voorkomen. De evolutie van de prijsindexen gedurende de eerste tien maanden van 2023, doet vermoeden dat de marges in de voedingsindustrie in dat jaar hoger liggen.
De bevindingen van dit onderzoek moeten uiteraard nog bevestigd worden door boekhoudkundige informatie. Gegevens over de jaarrekeningen van 2023 zijn pas in het najaar van 2024 beschikbaar. Daarom blijft het Prijzenobservatorium van de FOD Economie de prijzen en marges in de voedingssector monitoren en analyseren.