Digitaal decennium: België schakelt een versnelling hoger

Terwijl de Europese Unie al enkele jaren inzet op het digitale decennium, boekt België sterke resultaten voor artificiële intelligentie, 5G en online overheidsdiensten. Toch zijn de uitrol van glasvezel en de opleiding van IT-talenten nog altijd remmende factoren. Dat blijkt uit het rapport “Belgian Digital Economy Overview 2025” van de FOD Economie.

Het Belgian Digital Economy Overview 2025 biedt een stand van zaken van de digitalisering van de Belgische samenleving en kadert binnen de monitoring van de Europese doelstellingen van het Digitale Decennium 2030. Die doelstellingen vormen een ambitieuze roadmap om van Europa een digitaal soevereine en inclusieve samenleving te maken.

Het rapport steunt op officiële gegevens die worden vergeleken met het gemiddelde van de 27 EU-lidstaten. Het brengt aan het licht waar België vooruitgang boekt, maar wijst ook op domeinen waar verdere inspanningen nodig blijven.

België heeft een deel van zijn achterstand in digitale infrastructuur weggewerkt.  In 2024 leefde bijna 97% van de Belgische huishoudens in een gebied met 5G-dekking – een indrukwekkende stijging van meer dan 56 procentpunten op één jaar tijd. Ook heeft 93,8 % van de huishoudens toegang tot zeer snel vast internet, waarmee België op de 8^e plaats staat in Europa, vooral dankzij de ruime beschikbaarheid van het kabelnetwerk.

Belgische ondernemingen staan ook open voor nieuwe technologieën. Bijna één op vier ondernemingen maakt gebruik van minstens één AI-technologie in 2024 (13,8 % in 2023). Dat is een sterke stijging, waarmee België op de derde plaats staat in Europa. Het gebruik van AI blijft vooral gericht op automatisering, tekstanalyse, machine learning en cyberbeveiliging.

Een ander sterk signaal: 83,7 % van de kmo's heeft intussen een basisniveau van digitale intensiteit, wat hen dichter bij de Europese doelstelling van 90% in 2030 brengt. Het digitale intensiteitsniveau is een indicator gebaseerd op 12 technologieën die door ondernemingen worden gebruikt.  Een basisniveau komt overeen met het gebruik van minstens 4 van deze technologieën.

Ondanks deze goede resultaten blijven voor een aantal indicatoren inspanningen nodig. Wat de uitrol van glasvezel betreft, is momenteel slechts 30,7 % van de huishoudens aangesloten op fibre-to-the-home (FTTH) of fibre-to-the-building (FTTB). Daarmee staat België op de laatste plaats in de EU. Bovendien blijft het aandeel zeer snelle internetabonnementen (≥ 1 Gbps) beperkt (5,5 %), ver onder de standaarden van de Europese Commissie.

Op de arbeidsmarkt blijft het tekort aan profielen die gespecialiseerd zijn in informatie- en communicatietechnologieën (ICT) een rem voor digitale transformatie. Hoewel 5,7 % van de actieve bevolking in de ICT-sector werkt, blijft dat percentage stagneren. Nochtans moet dat cijfer stijgen naar 10 % tegen 2030 om aan de Europese doelstellingen te voldoen. Ondernemingen geven aan dat de voornaamste obstakels bij het aanwerven van ICT-personeel liggen in een gebrek aan geschikte kwalificaties en aan kandidaten.

Ook de cyberveiligheid van Belgische ondernemingen kan beter. Grote ondernemingen zijn over het algemeen goed beschermd maar kmo’s blijven kwetsbaar. De FOD Economie blijft de bedrijfswereld sensibiliseren via de campagne "Mijn zaak cyberveilig". Die campagne moedigt kleine ondernemingen aan om hun IT beter te beveiligen.

In België daalt het aantal mensen dat nog nooit internet heeft gebruikt: 2,81 % van de burgers tussen 16 en 74 jaar in 2024, tegenover een EU-gemiddelde van 4,89 %. Er blijven echter ongelijkheden bestaan op basis van leeftijd, opleidingsniveau en inkomen. Ook vrouwen worden iets vaker getroffen door de digitale kloof. Het blijft dus belangrijk om zich in te zetten voor meer inclusie, bv. via de strategie Women in Digital en de lopende projectoproepen.

Tot slot blijft België goed presteren op het vlak van digitale overheidsdiensten, zowel door burgers als ondernemingen.  Ons land is ook het eerste in Europa dat 100 % van zijn burgers online toegang biedt tot hun medische persoonsgegevens.